N-VA, Vlaams Belang en de opmars van de identitairen

Blog
Ico Maly
23/05/2019

Als we de peilingen mogen geloven, is Vlaams Belang aan een remonte bezig. Die opmars kunnen we alleen verklaren door te kijken naar het brokkenparcours van de N-VA en naar het nieuwe identitaire discours van Vlaams Belang.

Deze column verscheen eerder in De Standaard

Het succes van de N-VA was gebouwd op de bekende dualiteit: proper genoeg voor de centrumrechtse kiezer, vuil genoeg voor de extreemrechtse kiezer. Het bewuste hondenfluitje. Dat was in eerste instantie een strategie die focuste op de vorm, op het gebruik van de juiste woorden. Bart De Wever strooide gretig met de term ‘verlichting’ in het rond en benadrukte dat de N-VA stond voor een ‘inclusief nationalisme’, een ‘humanitair en democratisch nationalisme’, ‘vrij van de zonden van het verleden’.

Mooipraterij

Ondanks alle verlichtingspraat steunt het nationalisme van de N-VA op een klassieke antiverlichtings­definitie van de natie. Migratie doet het kostbare weefsel ontsteken en links is een volksvijand die de natie doet uiteenrafelen. Nieuwe Vlamingen moeten zich de cultuur eigen maken, zodat de natie als culturele en organische eenheid kan voortbestaan. Alleen ‘productieve migranten’ zijn daarom welkom: migranten die de Vlaamse natie weer groot helpen maken. Theo Francken was de verpersoonlijking van dat beleid. Trots heette hij ‘zijn’ Syrische christenen welkom, maar terzelfder tijd liet hij geen kans onbenut om pushbacks te bepleiten, vuile deals te sluiten met dictators en foto’s van vliegtuigen te posten om zijn ‘terugkeer­beleid’ te bewieroken.

Van Grieken wordt vaak omschreven als ‘anders’ dan Dewinter – lees minder radicaal – terwijl ze aan elkaar gewaagd zijn

Als Francken het te bont maakte, sprong De Wever in om te herformuleren – nooit om te veroordelen. Francken en De Wever zaten in het centrum van de macht. Ze werden gezien als ‘aanvaardbaar’ door de pers en de politiek en werden tegelijkertijd gesteund door de activisten van Schild en Vrienden, onder meer met memes. Zij hoorden het hondenfluitje. Die tijd is voorbij. Terwijl De Wever met zijn boekje verwelkomd werd als een gematigde intellectueel, is de partij de identitaire steun blijvend verloren.

Twee elementen zijn cruciaal in het verlies van de extreemrechtse steun. Ten eerste was er de zaak-Melikan Kucam die zeker op rechts werd begrepen als een bewijs dat het discours van Francken niet meer was dan ‘mooipraterij’. De steun van de N-VA voor het Marrakech-pact onderstreepte die lezing. Ten tweede was er de Pano-reportage, die maakte dat Dries Van Langenhove en zijn vriendjes voortaan door het leven gingen als extreemrechts. De vervlechting van Schild en Vrienden en de N-VA noopte tot publieke distantiëring van De Wever.

De opmars van Vlaams Belang is deels te danken aan het brokkenparcours van de N-VA. Met een gewiekste campagne duwt het constant op de zwakke plekken van de partij. Het reageert bliksemsnel op de voorstellen rond rekeningrijden of de verhoging van de pensioenleeftijd. Zo slaagt het erin om de N-VA neer te zetten als deel van de neoliberale elite die de Vlaming een loer draait en om zichzelf als de beschermer van het Vlaamse volk op te werpen.

‘Onze kathedralen’

Het Facebook-filmpje ‘Dit is waarom jij moet gaan stemmen’ dat Vlaams Belang afgelopen weekend lanceerde, is een goed voorbeeld. De beeldtaal van het filmpje is klassiek nieuwrechts: het wil de grootsheid van ‘onze’ cultuur, van ‘ons’ land verbeelden. Het toont hoe voorzitter Tom Van Grieken vol ontzag kijkt naar de glasramen in een kerk, het strand en jagende honden in de ‘wilde’ natuur. Die beelden zijn gemonteerd op bombastische muziek. Vlaanderen wordt er in klassieke anti­verlichtingstermen begrepen als een organisch geheel van blanke Vlamingen dat door de tijd heen vorm heeft gekregen. ‘Een juweeltje’ dat we van onze voorouders gekregen hebben en aan de volgende generaties moeten doorgeven. We zitten pal in het conservatief revolutionaire discours van de jaren 20 en 30.

Vervolgens viseert de partij ‘de elite’, omdat die de natie heeft verraden. Ze heeft ‘de mensen in de steek gelaten’, waardoor Vlamingen angstig toezien hoe ‘de tradities van onze voorouders verdwijnen’. Het is een slechte elite die ‘onze pensioenen en onze sociale zekerheid onder druk zet en ons rechtssysteem laat ontsporen’. De strijd van Vlaams Belang voor de natie wordt gekoppeld aan een sociale strijd voor het eigen volk, want, zo horen we Van Grieken vervolgens declameren: ‘Wij houden van ons land, ons volk, onze kathedralen en ons erfgoed’, lees: zij – de politieke elite – doet dat niet. Wat ze niet kapot kan krijgen, klinkt het strijdbaar, ‘is onze wilskracht en onze fierheid’. ‘Ondanks immigratie, ondanks globalisme, ondanks dat alles kan het tijd nog gekeerd worden.’

Het enige alternatief

Vlaams Belang koppelt het klassieke antiverlichtings­motief van het verval aan de hoop op een ‘wedergeboorte’, de nood om te strijden. Net zoals Thierry Baudet, de identitaire beweging en de radicaalste fractie van La Nouvelle Droite doen. De partij zet zichzelf neer als het enige alternatief.

Het nieuwrechtse discours is prominent aanwezig in de campagne van Vlaams Belang. Het vormt het narratief waarbinnen alle andere issues een plaats krijgen. Het haakt in op het identitaire gedachtegoed dat we in heel Europa en in de VS zien opkomen. Door de aangebrande Dries Van Langenhove op het schild te hijsen, verzekerde de partij zich van de steun van de identitaire activisten die sinds de Pano-reportage een dagelijkse strijd voeren voor Vlaams Belang en tegen de N-VA.

Bovendien wordt dat identitaire discours, dat extreemrechts is tot in zijn vezels, vaak niet herkend als extreemrechts. Want wat is er fout met opkomen ‘voor het land van onze voorouders’? Van Grieken wordt vaak omschreven als ‘anders’ dan Filip Dewinter – lees minder radicaal – terwijl ze aan elkaar gewaagd zijn. De N-VA heeft Vlaams Belang niet kleiner gemaakt. Met haar taalgebruik heeft ze het terrein geëffend, waardoor de radicaliteit van het huidige Vlaams Belang-discours niet meer herkend wordt.