Oppervlakkigheid? Dat verkopen wij niet!

Blog
Tess van der Laan
19/04/2018

Mode wordt vaak geassocieerd met oppervlakkigheid. Echter, het tegendeel is waar.

Chanel

Zoals Coco Chanel het verwoordde is mode: “l’art de capter l’air du temps” (Academy The Hague, 2016). Ze bedoelde hiermee dat mode gezien moet worden als de kunst van het vastleggen van de tijdsgeest. Chanel kwam op 19 augustus in 1883 ter wereld in Frankrijk. Toen haar moeder overleed besloot haar vader haar af te staan aan een weeshuis. Daar leerde ze hoe ze moest naaien. Met behulp van wat rijke mannen opende ze in 1919 haar eerste kledingwinkeltje. Ze bracht comfortabele kledingstukken voor vrouwen op de markt. Niet lang daarna lanceerde ze haar eigen parfum dat tot op de dag van vandaag niet weg te denken is: Chanel nr 5. Dit was haar grote financiële succes en daarmee de basis voor haar verdere carrière in de modewereld. Op 10 januari 1971 kwam er een einde aan haar leven in Parijs. De modeontwerpster die voor bijna 6 decennia tot de beste ter wereld behoorde en de “little black dress” introduceerde, overleed (Encyclopaedia Britannica).

Traditie of mode?

Om te kunnen concluderen of mode een oppervlakkig fenomeen is of wel degelijk iets toevoegt aan onze hedendaagse cultuur, is het van belang dat we weten wanneer iets mode genoemd kan worden. Zoals de filosoof Lipovetsky (1994) het ziet, is mode een vluchtig fenomeen. Het gaat zo voorbij en het is moeilijk grijpbaar. Daarnaast koppelt Lipovetsky (1994) mode aan het verleden. Hij maakt onderscheid tussen traditioneel en mode. Zo mag het traditionele niet gezien worden als mode, maar een reactie op het traditionele wel. In de romeinse tijd was het uniform geen mode, maar de sandalen met touwen die op dit moment in de winkels liggen is wel mode. Het is hetzelfde kledingstuk maar in een andere tijd en een andere vorm.

De ontwikkeling in de mode-industrie

Pas sinds de komst van de verlichting en het daarmee gepaard gaande humanisme kan er gesproken worden van mode volgens Lipovetsky (1994). Vóór deze tijd deden kunstenaars alles wat in belang was van de traditie. Met de komst van de verlichting begonnen de kunstenaars zelf belangrijk te worden. Ze deden niet meer alles wat in belang was van tradities, maar kwamen zelf in het middelpunt van aandacht te staan. De mode is ook in de tijd van de romantiek blijven ontwikkelen. Er werd totaal afstand gedaan van de traditie en de rationalisering. De inspiratie kwam juist van het raadselachtige en het mystieke. Het individu dat eigenheid vindt in dromen en irrationaliteit werden belangrijk.

Daarnaast zijn er ook veranderingen in de productie van kleding. De steeds modernere maatschappij creëerde ruimte voor kunst. Het wordt een totale onafhankelijke specialisatie waarbij mode een relatieve autonomie wordt en zo los komt te staan van systemen van macht en gezag. Rond 1900 is er sprake van een fin de siècle. De grote modehuizen komen op en krijgen status. Er ontstaat onderscheid tussen confectie, prêt-à-porter en haute couture. Er is dus veel veranderd op het gebied van mode door de jaren heen. De verschillende stromingen in de geschiedenis hebben hun impact gehad op de mode die ontworpen is. Zo kwam er bijvoorbeeld veel creativiteit naar boven bij de kledingontwerpen in de tijd van de romantiek omdat het toen geoorloofd was om “buiten de lijntjes te kleuren”. Ontwerpster Elsa Schiaparelli werd beïnvloed door het surrealisme en de little black dress van Chanel stond bekend om de nihilistic fashion.

Timing is everything

De stijl van kunst en daarmee ook het onderdeel mode kan dus van het ene op het andere moment veranderen. Dit fenomeen zorgt er voor dat mode vaak als vluchtig en oppervlakkig gezien wordt (Lipovetsky, 1994). Ook met de komst van massaproductie wordt vaak deze schijn gewekt. Niets is echter minder waar, de modewereld is veel meer dan dat en leert ons over sociaal-maatschappelijke en cultuurhistorische ontwikkelingen. Zo kunnen we, vanwege het feit dat er nu zo veel verschillende soorten kleding zijn, veel kritischer zijn. We kunnen van het ene houden en het morgen weer weggooien om iets anders te kopen. De sociaal-maatschappelijke onderwerpen: democratisch en individualisering staan dus centraal. We zitten namelijk niet vast aan één ding, we kunnen zelf kiezen.

Daarnaast spelen ook cultuurhistorische ontwikkelingen een rol in de modewereld. Er zijn sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgevingen een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. Zoals hierboven al omschreven stond, wordt wat vroeger traditie was in de huidige tijd gezien als mode. Ook de grote modeontwerpers gebruiken elementen uit het verleden. Vooral de werken van groot kunstenaars worden gebruikt in nieuwe hedendaagse collecties. Zo baseerde het bekende designer duo Viktor en Rolf in het jaar 2015 een gehele collectie op de werken van Van Gogh. De daarop volgende collectie werd gebaseerd op Festoen van vruchten en bloemen uit 1660-1670 van kunstschilder Jan Davidsz (Lammerts van Bueren, 2017). Daarnaast werkte Coco Chanel samen met Picasso aan de kleding en het decor van Ballets Russes en Yves-Saint Laurent gebruikte letterlijk de kenmerkende printen van groots kunstenaar Piet Mondriaan. Bewijs genoeg dus dat we kunnen beamen dat Coco Chanel het al bij het rechte eind had: “l’art de capter l’air du temps”. Mode is kunst, kunst die het verleden en het heden samenbrengt. Daar is niks oppervlakkig aan!

Referenties

The Editiors of Encyclopaedia Britannica (unknown). Coco Chanel. Geraadpleegd op:  https://www.britannica.com/biography/Coco-Chanel

Royal Academy of Art The Hague (2016). General description of the discipline Textile Design and Fashion Design. Geraadpleegd op: http://archive.kabk.nl/pageEN.php?id=0046

Lammerts van Bueren, M. (2017). De intieme dans tussen mode en kunst. Geraadpleegd op: https://fashionweek.nl/artikel/23mrt17-de-intieme-dans-tussen-mode-en-kunst

Lipovetsky, G., Porter, C., & Sennett, R. (1994). The empire of fashion: Dressing modern democracy. Princeton, NJ: Princeton University Press.