De Iftar wordt van iedereen

3 minutes to read
Column
Jan Blommaert
13/06/2017

Hoofdpunt op het Belgische laatavondnieuws op maandag 12 juni: Koning Filip bezoekt een gezin van Marokkaanse herkomst in Evergem bij Gent en houdt er samen met de gezinsleden de Iftar - het dagelijkse breken van de vasten na zonsondergang tijdens de Ramadan. We zien de Koning zitten aan de tafel gedekt met de klassieke zoete en hartige Iftar-hapjes, omringd door vrouwen met een hoofddoek en mannen in hemd en pak - ontspannen en minzaam pratend over het leven van de moslims in zijn land. De extreemrechtse opinie in België heeft weer iets om zich over op te winden.

Het toeval wilde dat ook ik diezelfde avond een Iftar hield in mijn Antwerpse buurt, georganiseerd door Kif Kif. Ook ik sprak er, in een levendige dialoog, over de positie van moslims in mijn samenleving. En bij het einde van de avond kondigde een dame aan dat er op zaterdag 17 juni op verschillende plaatsen in Antwerpen een open Iftar zal worden gehouden met niet minder dan 2500 mensen. De moslims zullen er koken voor alle daklozencentra in de stad, en ook organisaties voor de opvang van vluchtelingen en mensen met een drugsproblematiek worden in de Iftar betrokken. Het budget voor die avond is nul Euro: alles wordt aangebracht door de mensen zelf. Dat is nuttig om weten, want ik vernam tussendoor ook dat de Iftar stilaan een 'event' van formaat aan het worden is en dat er een geprofessionaliseerd circuit van catering bestaat dat mensen mits inschrijving en betaling trakteert op uitzonderlijk verfijnde Iftar-hapjes. 

De Iftar komt uit de kast, en nog wel in diverse vormen.

Kom binnen bij ons, kijk rustig rond, praat met ons over wat je maar wil, en overtuig jezelf: dat is de boodschap.

De Ramadan is een periode van vrede, van solidariteit, van gemeenschappelijkheid en bezinning, en het is goed dat even te beklemtonen in een periode waarin de publieke beeldvorming over moslims precies het tegendeel belicht. Er is een beeld gegroeid van moslims en hun geloof dat vooral haat, geweld en fanatisme als eigenschappen toeschrijft. En het zinnetje 'Allahoe akbar' dat elke moslim ter wereld tijdens het eenvoudige dagelijkse gebed uitspreekt is op korte tijd getransformeerd tot een zeer alarmerend signaal - als je het hoort dan dreigt er acuut gevaar, en wanneer het werd geuit tijdens momenten van extreem geweld dan volstaat het om dat geweld als 'terreur' te bepalen. Moslims, zo beweert men, zijn intolerant op het gewelddadige af, en de bron daarvan is te vinden in hun geloof. Dat geloof bevat al de kiemen van wat we onder ‘radicalisering’ verstaan, wordt gesuggereerd. Het verschaft de gelovige meteen een soort vertrekpunt voor haat, conflict en geweld waarvan ‘radicalisering’ slechts een gradatie is. En elk nieuw terreurincident lijkt dat te bevestigen.

Moslims zelf wijzen dit beeld al lange jaren met de grootste nadruk van de hand - een keihard en persistent sociaal en politiek feit waaraan men merkwaardig genoeg nauwelijks aandacht besteedt. Ze beklemtonen dat de ‘geradicaliseerde’ moslims een uiterst kleine minderheid vormen in hun gemeenschappen, dat die minderheid op geen enkele manier de religieuze standpunten van die gemeenschappen vertolkt, en dat die minderheid binnen die gemeenschappen zelf als een zeer groot probleem ervaren wordt. Terroristen zijn criminelen, geen gelovigen, en binnen de moslimgemeenschappen luidt men al jaren de alarmbel over die criminelen en smeekt men de veiligheidsdiensten om maatregelen. Veelal vergeefs.

Het is tekenend dat na de aanslagen in Manchester en London ruim 130 Britse Imams publiek weigerden om nog langer de daders van dat soort aanslagen volgens de Islamvoorschriften te begraven: wat die terroristen hebben gedaan plaatst hen immers buiten de moslimgemeenschappen. Ook dat is een keihard sociaal en politiek feit. Het ging hier niet om een van buiten- of bovenaf opgelegd besluit, het was een initiatief van onderuit dat een vervreemde publieke opinie moest duidelijk maken waar de moslimgemeenschappen echt voor staan. Het initiatief ontkent geen problemen, het veegt niets onder de mat. Het plaatst die problemen wel in een veel preciezer en noodzakelijk perspectief zodat ze echt oplosbaar kunnen worden. Het toont de moslimgemeenschappen als partners in de strijd tegen extreem geweld, als intrinsiek deel van een samenleving die kampt met een kwaal - niet als medeplichtigen, en niet als tegenstanders in het bestrijden van die kwaal.

De open Iftar is een grassroots beweging die de wil uitdrukt om voluit deel te zijn van een superdiverse samenleving – een gewoon, normaal deel ervan.

Het opengooien van de deuren van de Iftar past in datzelfde plaatje. Het is een grassroots beweging die de wil uitdrukt om voluit deel te zijn van een superdiverse samenleving – een gewoon, normaal deel ervan, en niet een geïsoleerd, bedreigend en destabiliserend element erin. De Iftar is van en voor iedereen, want het is het moment waarop men dagelijks, tijdens de Ramadan, de vrede, de solidariteit, de vriendschap vorm geeft en de gemeenschap versterkt. En die gemeenschap is niet beperkt tot moslims maar omvat iedereen. Kom binnen bij ons, kijk rustig rond, praat met ons over wat je maar wil, en overtuig jezelf: dat is de boodschap. Het feit dat Koning Filip die boodschap oppikte en samen met een moslim familie en haar buren aan de Iftar-gezinstafel plaats nam, vind ik dan ook een signaal van bijzonder groot belang.