Rutte persconferentie 2010

Over "normaal" en "awkward"

Onze obsessie met kleinigheden

5 minutes to read
Column
Jan Blommaert
05/02/2017

Toen Minister-President Rutte "Doe normaal of ga weg!" schreef dacht hij allicht een oer-Hollandse waarde weer te geven - "doe maar gewoon, dat is al gek genoeg". En allicht wilde hij ook Geert Wilders lik op stuk geven, want die riep hem enkele jaren terug net dàt toe: "doe eens normaal!" Niets aan de hand dus: geen normaler uitspraak in de Nederlandse politiek dan "doe normaal!"

Maar zijn uitspraak veroorzaakte een ware tornado van reacties op sociale media in Nederland en ver daarbuiten. Want, tja, wàt is "normaal" in een wereld waarin elk van ons net aangemoedigd - of aangejaagd - wordt om uitzonderlijk en uniek te zijn? En, tja, hoe bepaal je "normaal", wanneer je weet dat je op heel andere manieren "normaal" kan (en moét) zijn thuis bij mams, bij je liefje, in de klas, de bus en de Albert Heijn? En, tja (maar hier wordt het wat riskanter), wat is "normaal" in een samenleving die de afgelopen decennia van oer-Hollands naar door-en-door geglobaliseerd en superdivers is geëvolueerd?

Het is een feit waar we niet omheen kunnen: we leven in een samenleving waarin er niet één norm bestaat maar een hele wolk aan normen, en waarin beroep op "de" norm dan ook, vanuit een nuchter standpunt, erg surrealistisch klinkt. Maar toch geeft de hartekreet van Rutte een tendens weer: we reageren op die snelle versnippering van normen met een verhoogde nadruk op uniformiteit. En we doen dat selectief: hoe unieker en uitzonderlijker we zelf willen zijn - en dit komt neer op het doorbreken of plooien van bestaande vormen van "normaal" - hoe meer we van anderen verwachten dat ze normaal zijn en doen. Wat we bij onszelf als "uitzonderlijk" bestempelen, als "echt mezelf zijn", zien we bij anderen als afwijkend, storend of vreemd. Het codewoord dat we daarvoor gebruiken is "awkward".

Die term "awkward" is al jaren volmaakt ingeburgerd in de wereldwijde jongerencultuur. Er was zelfs een TV-serie met die naam, waarin een Amerikaans tienermeisje, zoals het heet, "op zoek is naar zichzelf" en dus voortdurend een beetje "awkward" is tegenover anderen. "Awkwardness" is dus een directe wegwijzer richting identiteit: wanneer we iemand "awkward" zien doen, dan gaan we ervan uit dat we iets wezenlijks van die persoon hebben opgevangen. Preciezer: wanneer we iets "awkward" opmerken gaan we ervan uit dat we een afwijking hebben gemerkt; we hebben dan een verschil opgemerkt, dat we een lichte morele "dislike" meegeven. "Awkward" is geen neutraal begrip; het evalueert gedrag en identiteit, en in beginsel is ieder aspect van gedrag als zodanig kandidaat. De term en z'n gebruik zijn dan ook buitengewoon interessant voor een taalantropoloog zoals ik.

De Trumps ondergaan, van zodra ze publiek zichtbaar worden, een ware "body scan" waarin elke beweging, elk blik en ieder woord vol betekenissen gepropt worden.

Er is geen mens ter wereld waarop we het afgelopen jaar zo vaak dit begrip hebben losgelaten als Donald Trump. Zowat alles aan zijn gedrag is "awkward" in de ogen van velen. Zijn communicatiegedrag is al sinds het begin van de verkiezingscampagne een constant onderwerp van verbijsterde en verontwaardigde reacties en imitaties. Zijn manier van praten wordt door taalkundigen vergeleken met die van een 11-jarige, de schrijffouten in zijn tweets zijn wereldnieuws, en in cartoons en anti-Trump demonstraties wordt zijn gezicht vaak vertrokken en schreeuwend afgebeeld. Er is geen eind aan de commentaren over zijn uiterlijk - zijn "oranje" huidskleur en z'n merkwaardige kapsel - ook in doorgaans behoorlijk ernstige media. En er is uiteraard zijn houding tegenover en zijn omgang met vrouwen, die na de gelekte "pussy grabbing" tape, om het voorzichtig uit te drukken, niet boven verdenking verheven zijn, en die aanleiding gaven tot enorme vrouwenmarsen voor en na zijn inauguratie in januari 2017.

Dat laatste straalt natuurlijk af op de nieuwe First Lady, Melania Trump. Het vermeende seksuele roofdiergedrag van haar man maakte haar tot een potentieel slachtoffer dat meteen de hashtag #FreeMelania mee kreeg. En vanaf dat moment werd elk publiek optreden van het echtpaar Trump onder de microscoop geëxamineerd. Haar nogal bedrukte gelaat tijdens de inauguratieceremonie haalde de krantenkoppen, en de "awkwardness" waarmee Donald en Melania zich tevoren aanmeldden bij de Obama's was ook stof voor ruim uitwaaierende bespiegelingen, speculaties en memes. Want de Trumps - zo suggereert men - zijn niet "normaal" en hebben wellicht een kreupele relatie.

En hier zien we een eigenschap van wat we een "frame" noemen. Van zodra een bepaald patroon van tekens en interpretaties gevestigd is, kan elk nieuw teken moeiteloos binnen dezelfde interpretatiekaders worden gegooid - hoe onbenullig die tekens op zich ook zijn. Toen Donald en Melania Trump in Florida over de luchthaventarmac liepen en niet meteen leken te kunnen besluiten of ze elkaars hand moesten vast houden, werd dit minuscule detail wereldnieuws, ook al is het concrete gedragsdetail op zich banaal en op zeer diverse manieren te verklaren. De Trumps ondergaan, van zodra ze publiek zichtbaar worden, een ware "body scan" waarin elke beweging, elk blik en ieder woord vol betekenissen gepropt worden. Die betekenissen zijn niet willekeurig maar geformatteerd: de Trumps zijn "awkward", niet "normaal" en dus niet okee.

"Normaal" zijn en doen is dus, zo zien we hier, een heel krachtige frame, die constant gevoed wordt door de massale aanvoer van beelden en indrukken. De publieke ruimte is over de afgelopen decennia geëxplodeerd, en over iemand als Trump krijgen we dan ook een dagelijks rantsoen van schijnbaar grenzeloos tonnage. Zij die voor hem hebben gestemd - dit is de paradox - zien nét die zaken die zijn tegenstanders als "awkward" bestempelen als "uitzonderlijk", als de zo gewilde bewijzen van verandering en vernieuwing in de politiek. Zij zien zijn gedrag als het nieuwe "normaal", en ze zien de morele afkeuring van die gedragskenmerken door anderen als een vorm van vooringenomenheid. De discussie tussen beide kampen zit afgeladen vol met morele oordelen en is dan ook zeer verbeten en verhit. En daarmee is één van de hoofdkenmerken van de hedendaagse politieke samenleving omschreven: het is een eindeloos rekbaar domein van gemoraliseerde gedragsdetails van mensen, die voortdurend worden gewogen op de weegschaal van "normaal" tegen "abnormaal". En die weegschaal - dat weten we al lang - laat weinig gradaties toe. Je bent normaal of je bent het niet, en in dat laatste geval rot je best gewoon op.