Politieactie Antwerpen september 2017

De burger ziet alles: over filmpjes als hard bewijs

6 minutes to read
Column
Jan Blommaert
04/09/2017

Een vast ingrediënt van de huidige kenniseconomie zijn filmpjes, door burgers gemaakt aan de hand van wijd verspreide en goedkope technologie, en vaak gebruikt als hard bewijs in controversiële kwesties.

Op vrijdagavond 1 september, de avond van het Islamitische Offerfeest, is er een incident in het Antwerpse district Borgerhout, in een wijk waar veel Moslims leven. Een fietspatrouille van de politie tracht een automobiliste tegen te houden wegens gevaarlijk rijgedrag; de dame weigert te stoppen en moet achtervolgd worden tot in een zijstraat van de Turtnhoutsebaan. Wat dan gebeurt is onduidelijk. Volgens het relaas van de politie en de Burgemeester, Bart De Wever, worden de agenten daar "belaagd door een groep jongeren", die schelden, slaan en stampen naar de agenten. Voor De Wever is dat meteen aanleiding om zijn gelijk te halen. Immers, enkele dagen daarvoor had hij in een kranteninterview de volgende opmerking gemaakt: "Kijk naar de foto's van de daders in Barcelona. Op de Turnhoutsebaan in Borgerhout kom je op een avond gemakkelijk twintig mannen van dat type tegen". Het waren wellicht "mannen van dat type" die de agenten aanvielen, en De Wever eiste nu "een signaal van Borgerhout" dat iedere vorm van geweld tegenover politiemensen ontoelaatbaar zou zijn. Ook partijgenoot en Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon viel hem bij: De Wever vertelde misschien een ongemakkelijke waarheid, maar het was wel de waarheid.

"Crowdsourced" beeldmateriaal is veel meer dan een fact-checking instrument: het wordt gebruikt als een contestatie van de institutionele macht via de harde bewijskracht van beelden.

De Wever riep ook alle getuigen op om zich te melden en de daders mee te identificeren. Dat gebeurde prompt, zij het op een manier die wat afweek van wat De Wever in gedachten had. Buurtbewoners hadden delen van het incident met hun smartphone gefilmd, en die filmpjes bleken de versie van de politie tegen te spreken. En plots kwam de discussie in heel ander vaarwater terecht: op sociale media gingen de beelden viraal, en nu ging het niet meer om "de waarheid" maar om "wiens waarheid"? Die van de burgemeester en zijn politiemacht? Of die van ooggetuigen die visueel bewijsmateriaal hadden aangebracht? De filmpjes werden aan uitgebreide analyses onderworpen, en plots stonden we voor een onprettige mogelijkheid: dat de burgemeester en zijn politiemensen zouden liegen tegen de bevolking - dat er vanuit de macht een soort complot met vulgair-politieke ondergrond zou zijn gesmeed. Burgers worden woest van die gedachte en op zondag 3 september was er een demonstratie van buurtbewoners uit protest tegen de gemaakte, en mogelijk leugenachtige, stampei.

Het patroon is inmiddels bekend. Het is een media-structuur geworden: "crowdsourced" visuele informatie is een vaste vorm van burgerjournalistiek die intens wordt beoefend, en dan vooral daar waar de burger zich alleen en verongelijkt voelt tegenover een staatsapparaat dat liegt, de feiten verdraait of verzwijgt. In de Black Lives Matter campagne in de VS spelen "crowdsourced" beelden een cruciale rol. Het is via door burgers gemaakte beelden dat het brutale optreden van politiemensen, waaronder het neerschieten van niet-blanke "verdachten" duidelijk gestalte kreeg, en dit al sinds de zaak-Rodney King in 1991. De burger ziet nu alles, filmt of fotografeert dat, en publiceert het nog eens op sociale media ook. "Crowdsourced" beeldmateriaal is veel meer dan een fact-checking instrument: het wordt gebruikt als een contestatie van de institutionele macht via de harde bewijskracht van beelden. Beelden liegen niet, ze sluiten aan bij, en suggereren, de rol van ooggetuigen, en die rol is zowel juridisch als sociaal en cultureel van groot, vaak doorslaggevend belang. We hechten een bijzonder groot geloof aan beelden, zeker wanneer ze zijn gemaakt door niet-professionelen sine ira et studio - door mensen die geen direct belang hebben bij het maken en verspreiden van die beelden. Want dat zijn dan echte "ooggetuigen": mensen die toevallig in de buurt waren en de reflex hadden om een incident snel te filmen met hun smartphone of Go-Prootje of dashcam. Of - nog echter - een cameraatje dat onbemand, toevallig en soms zelfs ongewild de cruciale beelden schiet die de zaak kunnen beklinken. Het beeld is dan neutraal, onbevooroordeeld, objectief, en dus wààr in deze nieuwe hiërarchie van geloofwaardigheid (om het concept van Howard Becker even te lenen).

We hechten een bijzonder groot geloof aan beelden, zeker wanneer ze zijn gemaakt door niet-professionelen sine ira et studio

Beelden zijn uiteraard vaak overtuigend en onweerlegbaar als bewijs. Maar het vaste geloof en vertrouwen dat we hebben in het beeld als neutraal gegeven is natuurlijk onjuist. In 1994 publiceerde de Amerikaanse taalkundig-antropoloog Charles Goodwin een fantastisch artikel, Professional Vision. De hoofdlijn van het artikel is dat we een hele reeks heel specifieke manieren hebben om dingen te zien. Uit het geheel van elementen die een beeld opmaken halen we er enkele, en die brengen we naar de voorgrond, waardoor andere elementen in dezelfde beweging minder relevantie worden toegekend. Het lezen van beelden, zo argumenteerde Goodwin, is een element van beroepskennis in heel wat domeinen, en geen enkele lezing behandelt àlles wat een beeld bevat.

Eén van de voorbeelden die Goodwin in zijn befaamd artikel gebruikte was net de video uit het proces van Rodney King tegen agenten van de Los Angeles Police Department. Wie dit acht minuten durende filmpje bekijkt zal ongetwijfeld de indruk hebben dat het maar één boodschap geeft: Rodney King, een Afro-Amerikaan, wordt genadeloos en schijnbaar redeloos afgeranseld door blanke agenten van de LAPD. De rechtszaak tegen die agenten leek dan ook een makkie, wat "de beelden spraken voor zich". Tot de verdediging een deskundige opriep die de beelden "las" in termen van de opleiding die de beklaagde politiemannen kregen in het gebruik van geweld. De lezing van deze expert toonde hoe elke klap die Rodney King moest incasseren eigenlijk een gevolg was van koele, professionele berekening die het resultaat was van de training die de agenten hadden gekregen. Hij kreeg klappen, bijvoorbeeld, wanneer zijn onderlichaam een nauwelijks merkbare opwaartse beweging maakte, omdat politiemensen hadden geleerd dat zo'n beweging de aanzet kan zijn van een vluchtbeweging van de verdachte. De agenten werden op grond van deze lezing, tot verbijstering van velen, vrijgesproken, en in grote delen van Los Angeles braken de hevigste rellen uit in mensenheugnis.

Het beeld als hard, redelijk bewijs van wat waar is en wat leugen is, is de inzet van een enorme strijd om en over de morele dimensies van macht: gezag, legitimiteit, vertrouwen.

Beelden die voor zichzelf lijken te spreken kunnen dus een volledig andere boodschap in zich dragen, en hoe die boodschappen uit het beeld worden gepeuterd is een zaak van leren kijken, legt Goodwin uit. Beelden zijn dus altijd subjectief, al geloven we met z'n allen heel graag dat ze dat niet zijn, dat ze "harde bewijzen" zijn. Ze houden een gezichtspunt in van bij hun opmaak, uiteraard. Maar het subjectieve ontstaat nadat ze zijn gemaakt, in de lezingen die ervan kunnen gegeven worden. Het sterke geloof in de objectiviteit van beelden zorgt overigens voor een nooit opdrogende stroom van hoax filmpjes op sociale media, en vormen zo een element in de crisis van de informatie-economie waarin we ons nu bevinden.

We keren nu terug naar Antwerpen. Het antwoord van burgemeester De Wever op de filmpjes die z'n politiekorps te kijk stelden was ... bodycams voor de agenten. Met andere woorden: visualiteit wordt met visualiteit beantwoord. Wanneer de woorden van politiemensen in twijfel getrokken worden, dan zullen de beelden definitief uitsluitsel geven. Beelden spreken de waarheid, en die waarheid zal zegevieren. Die bodycams zijn natuurlijk al op vele plaatsen in gebruik, en ze verschaffen inderdaad vaak doorslaggevende bewijzen bij misdrijven. Het mes snijdt echter langs beide kanten, want de bodycams van de agenten kunnen ook hun eigen misbruiken en overtredingen vastleggen - als even "hard bewijs". 

Het gevecht om de waarheid gaat onverminderd verder, met steeds groter intensiteit; filmpjes gemaakt door "neutrale" camera's zullen er een steeds belangrijker rol in spelen; en de grote vraag die daarbij telkens zal worden opgeroepen is die van de macht. De macht om op bepaalde manieren te kijken naar wat de burger heeft gezien, en om die manier van kijken als waarheid te laten primeren, als definitieve boodschap van de beelden. We botsen hier op de klassieke vermenging van rationaliteit en moraliteit in onze publieke ruimte. Het beeld als hard, redelijk bewijs van wat waar is en wat leugen is, is de inzet van een enorme strijd om en over de morele dimensies van macht: gezag, legitimiteit, vertrouwen. We maken dit nu al mee: een nooit aflatende contestatie van de publieke waarheid met behulp van beelden die "voor zich zouden moeten spreken", maar dat zelden doen, met als inzet dat door-en-door morele etiket dat alles met feitelijkheid te maken heeft: "leugenaar".