Banksy Brexit mural of man chipping away at EU flag in Dover

Banksy: de anonieme publieke intellectueel

18 minutes to read
Paper
Maud Schoonen
02/02/2018

Op 4 juni 2017 verandert de Britse street artist Banksy zijn complete website in een enkele pagina met één mededeling (News Corp Australia Network, 2017). Op deze pagina geeft Banksy aan dat hij op 9 juni een nieuwe print uit zal brengen en dat dit ‘limited edition artwork’ gratis te verkrijgen is (Banksy, 2017). Op het eerste gezicht een vrijgevige en onschuldige actie van een goed verkopende kunstenaar, maar schijn bedriegt. Deze gratis print is alleen beschikbaar voor geregistreerde stemmers die tegen de Conservatieve Partij stemmen in de Britse parlementsverkiezingen van 8 juni en een foto van hun stembewijs opsturen. Banksy dekt zich middels een statement van zijn advocaat in voor het beïnvloeden van kiesgedrag: ‘This print is a souvenir piece of campaign material, it is in no way meant to influence the choices of the electorate, has no monetary value, is for amusement purposes only and is strictly not for re-sale’. Banksy plaatst zich op deze manier in het publieke debat en geeft zijn mening over wat volgens hem de juiste keuze zou zijn voor bepalend moment in de landelijke politiek van de komende jaren: de Britse parlementsverkiezingen. De actie werd op 6 juni alweer ingetrokken, omdat ze in strijd werd bevonden met de kieswet (NOS, 2017).

Op basis van deze gebeurtenis zou gesteld kunnen worden dat Banksy een publieke intellectueel is; hij mengt zich immers in het publieke debat. Dit vormt dan ook de centrale vraag van dit essay. Om dit te onderzoeken wordt gebruik gemaakt van een literatuurstudie om de casus Banksy te analyseren. In deze analyse worden ook de retorische kwaliteiten van de kunstenaar meegenomen.

Om (het verschijnsel) Banksy goed te kunnen analyseren volgt allereerst een korte biografie, daarna volgen twee theoretische paragrafen over de onderwerpen publieke intellectueel en retorica; deze worden vervolgens gekoppeld aan de casus, waarna een conclusie volgt.
 

Banksy

De identiteit van de Britse kunstenaar die onder het pseudoniem Banksy werkt, is tot op dit moment onbekend. Dit kan onder andere verklaard worden door het illegale karakter van zijn street art. Een studie van Hauge, Stevenson, Rossmo en Le Comber (2016) heeft met behulp van technieken uit de criminologie onderzocht of er een patroon te ontdekken was in de locaties in Bristol en Londen waar kunstwerken van Banksy verschijnen. Met dit model konden zij de vermoedelijke thuislocatie van de kunstenaar vaststellen, en op deze manier wordt er verondersteld dat Robin Gunningham het gezicht achter Banksy is. Deze suggestie werd eerder ook al gedaan door de DailyMail (2008), die via een veldonderzoek en door vele interviews uitkwam op deze in 1973 geboren man. Er gaan echter meer verhalen rond: zo zou Banksy een vrouw zijn (Capps, 2014), of een compleet team van zeven mensen (Healy, 2010).

De ware identiteit van Banksy blijft zodoende een groot mysterie en wellicht jgaat juist hierdoor de aandacht voornamelijk richting zijn werk. Dit werk bestaat meestal uit een mix van iconische afbeeldingen en sociaal-politieke humor en valt te scharen onder de noemer street art (Westendorf, 2010). Banksy’s vroege werken van rond 1980 kunnen nog graffiti worden genoemd, maar langzaamaan ontwikkelde hij zich en ging hij gebruik maken van sjablonen. Hierdoor is hij in staat sneller te werken en is de kans dat hij gepakt wordt kleiner (Branscome, 2011). Zijn werken zijn vooral te vinden in Bristol en Londen maar er komen wereldwijd steeds meer plekken bij waar zijn creaties te zien zijn. Hoewel het werken met sjablonen vaak wordt gezien als Banksy’s modus operandi, is hij ook bekend door zijn sculpturen, die hij in verschillende steden op opvallende plekken plaatst, en door ‘performance based urban interventions’, zowel in de publieke ruimte als op minder toegankelijke plekken, zoals musea (Chao, 2012, p. 26). Adjectieven die volgens Chao Banksy’s werk beschrijven zijn: ‘anti-war, anti-establishment, or anti-capitalist’. Deze anti-kapitalistische boodschap kan door het publiek als wrang gezien worden vanwege de hoge prijzen waarvoor zijn werken geveild worden. Er is ook kritiek op het illegale karakter van het werk van Banksy en door sommige critici wordt het dan ook gezien als vandalisme (Who is Banksy, z.j.).

Een van zijn werken is de half onder water staande graffiti-tekst ‘I don’t believe in global warming’ in Londen (2009). Hiermee uit hij zich kritisch jegens de sceptici van de opwarming van de aarde. Een ander werk, het pretpark ‘Dismaland, bemusement park’ (2015), ontworpen in samenwerking met andere kunstenaars, is een persiflage op het bekende Disneyland, met maatschappijkritische attracties. Zo kon het publiek op afstand bestuurbare bootjes met vluchtelingen besturen en was een gestorven Assepoester in een gecrashte koets omringd door paparazzi te bewonderen. Een van zijn recentere werken is de in mei 2017 geplaatste muurschildering in Dover, waarop een arbeider is te zien die een ster van de Europese vlag beitelt, als commentaar op Brexit.

Naast zijn werken in de openbare ruimte heeft Banksy in de loop der jaren ook zes boeken uitgebracht met afbeeldingen van deze werken: Banging Your Head Against a Brick Wall (2001), Existencilism (2002), Cut It Out (2004), Wall and Piece (2005), Pictures of Walls (2005) en You Are an Acceptable Level of Threat (2012). In 2010 bracht Banksy zijn eerste film uit: Exit Through the Giftshop, een cynische documentaire over street art.

Banksy heeft een Instagram-account (Instagram, z.j.) met 1.6 miljoen volgers. Doordat hij hierop zelf niemand volgt houdt hij zijn anonimiteit volledig in stand. Op dit account post hij alleen foto’s van zijn werken. Naast dit visuele platform is de kunstenaar verder niet actief op andere sociale netwerken. Dat Banksy een bijzonder persoon, groepering of merk is, is dan ook zeker geen understatement. De vraag is echter of zijn werk en benadering hem ook tot publieke intellectueel maken. Om deze vraag te beantwoorden is het eerst belangrijk om te bekijken wat deze term inhoudt.

 

Publieke intellectueel

In haar boek Writers as Public Intellectuals: Literature, Celebrity, Democracy (2016) behandelt Odile Heynders zeven casussen waarin publieke intellectuelen centraal staan. Heynders legt deze intellectuelen langs een lat met kenmerken en gebruikt hiervoor een model op vier niveaus. Dit model wordt later toegelicht en gebruikt voor de casus van de kunstenaar Banksy.

De kenmerken die Heynders herkent in de publieke intellectueel zijn:

‘The public intellectual intervenes in the public debate and proclaims a controversial and committed and sometimes compromised stance from a sideline position. He has critical knowledge and ideas, stimulates discussion and offers alternative scenarios in regard to topics of political, social and ethical nature, thus addressing non-specialist audiences on matters of general concern. Public intellectual intervention can take many different forms ranging from speeches and lectures to books, articles, manifestos, documentaries, television programmes and blogs and tweets on the Internet. Today’s public intellectual operates in a media-saturated society and has to be visible in order to communicate to a broad public‘ (p. 3).

Heynders (2016) legt uit dat het ‘publieke’ deel van het woord vervangbaar is met woorden als media of celebrity en duidt op de activiteiten van translatie, mediatie en de popularisering van ideeën die gericht zijn op een groter publiek. De publieke intellectueel onderscheidt zich hier van de intellectueel; de laatstgenoemde bereikt alleen andere intellectuelen, maar de publieke intellectueel komt uit de ivoren toren en bereikt een groot publiek (Baert en Shipman, 2013).

Het model dat Heynders (2016) heeft ontworpen dient inzicht te geven in de verschillende rollen en activiteiten van de publieke intellectueel. De vier niveaus die zij onderscheidt zijn: cultural authority, social and cultural context, mediated context of production and reception en aesthetic performance and theatricality. Dit model is gemaakt voor schrijvers die functioneren als publieke intellectuelen. In deze paper wordt het model echter toegepast op de kunstenaar Banksy. Deze vertaalslag leidt tot frictie en vraagt enkele aanpassingen. Hierdoor wordt echter wel een stap gezet richting een universeel toepasbaar model voor publieke intellectuelen in alle disciplines.

Cultural authority staat in het model van Heynders voor het prestige van een publieke intellectueel, gebaseerd op diens (academische) opleiding of specialisatie, maar kan ook verwijzen naar artistieke prestaties, zoals een volledig oeuvre. Heynders plaatst hier de kanttekening dat niet alle intellectuelen academici hoeven te zijn, maar stelt dat zij allen ‘men of letters’ (p. 22) zijn omdat zij allemaal schrijven en hun ideeën naar taal omzetten. Hier ontstaat de eerste frictie met de kunstenaar, iemand die visueel in plaats van literair werk maakt, als publieke intellectueel. Ik beargumenteer later op welke wijze het oeuvre aan visueel materiaal van Banksy deze functie kan vervullen en hoe de stelling van Heynders aangepast kan worden.

Social and cultural context duidt op de verweving van de publieke en privéwereld van de intellectueel en de verschillende kringen en contexten waarbinnen de intellectueel zich uit.

De mediated context of production and reception impliceert dat de focus op de woorden ligt in hun sociale inbedding. Het gaat hier om het kiezen van de juiste context, het juiste platform en de juiste toepassing van retorica om de boodschap over te brengen naar het publiek. Ook hier vindt in de casus van Banksy enige frictie plaats omdat retorica meestal gezien wordt als een linguïstische actie. In het vervolg van deze essay wordt beargumenteerd dat ook street art gezien kan worden als retoriek.

Het laatste onderdeel van het model van Heynders (2016) is aesthetics or stylisation en wijst op het werk, het voorkomen en de zichtbaarheid van de publieke intellectueel. De wijze waarop hij zich presenteert in woord en beeld heeft volgens Heynders consequenties voor de geloofwaardigheid, overredingskracht en de aantrekkingskracht van de publieke intellectueel.

Het model dat is ontworpen door Heynders berust op een linguïstische basis; daardoor is het nu van belang uiteen te zetten hoe Banksy met zijn visuele kunst toch aan retorica doet.

 

Retorica

Sam Leith definieert het begrip retorica in zijn boek You Talkin’ To Me? Rhetoric from Aristotle to Obama (2011) als: ‘the art of persuasion: the attempt by one human being to influence another in words’ (p. 1). Nu benadrukt Leith hier en ook later in het boek vooral het linguïstische aspect van retorica. Deze definitie in acht nemend zou het visuele werk van Banksy niet gezien kunnen worden als een toepassing van retorica. In zijn boek haalt Leith echter ook Aristoteles aan, die stelt dat het de voornaamste taak van de rhetoricus is om te onderzoeken wat de best beschikbare manier is van overtuiging. Door de weglating van het linguïstische aspect ontstaat er ruimte om Banksy als rhetoricus te beschouwen, zijn visuele kunst kan dan beschouwd worden als zijn retorica.

Banksy communiceert met zijn publiek via street art. Dit genre is afgeleid van graffiti; beiden hebben gemeen dat ze ongevraagde veranderingen maken aan publiek- en privébezit en dat ze illegaal en expressief zijn. Het verschil tussen beide expressieve uitingen is echter dat graffitikunstenaars via hun graffiti met elkaar communiceren, dat hun werken vaak typografisch zijn en dat zij zich weinig aantrekken van toeschouwers buiten hun afgesloten community, terwijl street art bedoeld is om met het publiek te communiceren met een boodschap die grotendeels is gebaseerd op afbeeldingen (Westendorf, 2010). Nu hoeft dit niet te betekenen dat alle street art politiek geëngageerd is. Uit de enige door Banksy gemaakte documentaire (Exit Through the Giftshop, 2010) blijkt dat sommige kunstenaars hun werken alleen voor de opwinding die het hen geeft maken. In deze cynische documentaire levert Banksy hier ook fors kritiek op. Dit is te verklaren vanuit het politiek engagement dat uit het werk van Banksy spreekt. Hij wil het publiek hiermee overtuigen van een boodschap, als een echte retoricus. In de documentaire kaart Banksy aan dat kunstenaars de laatste jaren niet meer vanuit hun passie gemotiveerd zijn om kunst te maken, maar dat hun motivatie berust op financiële redenen.

De voornaamste manier waarop hij zich uit is via zijn street art; die is locatiegebonden en bereikt zo allereerst de mensen in de omgeving. 

David Ian Hanauer (2011) schrijft graffiti drie functies toe. Ten eerste laat graffiti gemarginaliseerde teksten toe in het publieke domein. Ten tweede kan graffiti zich openlijk uitspreken over controversiële onderwerpen en ten derde geeft het marginale groepen de mogelijkheid zich vrij uit te drukken. Street art heeft veel van deze functies gemeen met graffiti. Om hun publiek te bereiken gebruiken street artists volgens Westendorf (2010) vooral sjablonen, nieuw ontworpen afbeeldingen of aangepaste bekende beelden, driedimensionale installaties en collages. Omdat street art doelbewust de dialoog aangaat met het publiek is de locatie belangrijk en moet deze uiterst strategisch gekozen worden. Dit om de boodschap zo helder en overtuigend mogelijk aan het publiek over te dragen. Deze strategische keuze van locatie zou daarom als een vorm van retorica gezien kunnen worden.

Sam Leith (2011) onderscheidt vijf onderdelen in de retorica; ‘invention, arrangement, style, memory and delivery’. Charles Kostelnick en David D. Roberts (2010) vertalen deze onderdelen naar zes onderdelen die toepasbaar zijn op visuele retorica: ‘arrangement, emphasis, clarity, conciseness, tone and ethos’. Arrangement staat voor de opbouw en structuur van de visuele elementen, emphasis voor het benadrukken van specifieke elementen binnen het geheel, clarity voor de mate waarin het werk makkelijk te begrijpen is voor het publiek, conciseness voor de gepastheid bij de situatie van het werk, de tone van het werk onthult de houding van de maker ten opzichte van het onderwerp en ethos gaat over het verdienen van het vertrouwen van het publiek. Oliver Brass (2015) concludeert uit zijn onderzoek, specifiek gericht op de kracht van graffiti als retorica, dat om ethos te verkrijgen een unieke stijl een effectief mechanisme kan zijn om deze relatie met het publiek op te bouwen. Elizabeth J. Westendorf (2010) kaart in haar thesis over de retorische kracht van Banksy het performatieve aspect van zijn street art aan, aangezien performativiteit een krachtige retorische kwaliteit is. Banksy eigent zich het landschap toe als zijn canvas om politieke boodschappen te uiten; door deze actie uit hij dan ook al een politieke boodschap: hij trekt zich niets aan van de geldende regels in de publieke ruimte. Shepard Fairey (2006), een street artist bekend van de OBEY-prents, zegt hierover: ‘When something illegally is placed in the public right-of-way, the very act itself makes it political’. Street art is op deze manier dus performatief en doordrenkt met een politieke boodschap.

Deze politieke boodschap bereikt het publiek makkelijk. Elizabeth J. Westendorf (2010) legt de kracht van street art uit als: ‘These street art communications are unexpected breaks in the everyday rhythms of society, regardless of whether one chooses to interpret them as artworks or as pieces of vandalism. Viewers can feel physically and cognitively involved in a performance as they attempt to make sense of these unfamiliar, uninvited indexes of communication’ (p. 14). Daarbovenop komt nog de snelle verspreiding van werken van Banksy via social media en de pers. Zo bereiken zijn politieke boodschappen een groot publiek dat hij met visuele retorica probeert te overtuigen van zijn maatschappelijke boodschappen. Uit deze analyse wordt aannemelijk dat het werk van Banksy retorisch van aard is, maar dit maakt hem niet per definitie een publieke intellectueel.

 

Banksy als publieke intellectueel

Na deze theoretische analyse wordt nu aan de hand van het model van Heynders (2016) bekeken of Banksy wel of niet als publieke intellectueel gekwalificeerd kan worden. De vier maatstaven - cultural authority, social and cultural context, mediated context of production and reception en aesthetic performance and theatricality - worden stuk voor stuk gebruikt om de casus Banksy te bestuderen.

Het eerste niveau is dat van cultural authority, de academische achtergrond, het oeuvre en prestige van de publieke intellectueel. Omdat de identiteit van Banksy onbekend is, kan zijn expertise met betrekking tot sociale vraagstukken niet teruggevoerd worden tot zijn opleiding en dus niet worden aangetoond. Wel heeft de kunstenaar een groot en consistent portfolio. Zoals Oliver Brass (2015) aanduidde, kan een unieke en herkenbare stijl helpen om ethos op te bouwen en zo geloofwaardig over te komen. Doordat Banksy een consistente stijl blijft behouden waarin hij politiek geëngageerd werkt, ontstaat er vanuit zijn publiek ethos voor hem, wat vervolgens weer bijdraagt aan zijn cultural authority. Nu Banksy bekendheid heeft vergaard, wordt zijn boodschap vervolgens weer gekopieerd door verschillende mediaplatforms en bereikt hij een nog groter publiek. Het feit dat zowel media als publiek zo geboeid zijn door deze kunstenaar en de boodschappen in zijn werk serieus nemen, geven aan dat Banksy een zekere dosis cultural authority heeft opgebouwd en aan dit kenmerk voldoet. Hij is echter geen ‘man of letters’ (Heynders, p. 22), maar zoals eerder aangetoond is het werk van Banksy wel retorisch - op visueel niveau - van aard. Hier zou ik dan ook opteren voor een kleine aanpassing in het model. Een publieke intellectueel hoeft wellicht niet altijd een ‘man of letters’ te zijn, maar kan ook een ‘man of rhetorics’ zijn. Door deze kleine aanpassing wordt het medium waarmee de PI zijn boodschap uitdraagt vrijer, maar behoudt de PI wel zijn geëngageerde en overtuigende functie.

Dat Banksy een bijzonder persoon, groepering of merk is, is dan ook zeker geen understatement.

Het tweede niveau, social and cultural context, staat voor de verweving van de publieke- en privéwereld van de intellectueel en de verschillende kringen en contexten waarbinnen de intellectueel zich uit. Banksy houdt zijn privéwereld afgeschermd van het publiek door het verhullen van zijn identiteit. Het is wellicht het gemis aan verweving dat ervoor zorgt dat de volle aandacht naar zijn werk gaat en wat er daarnaast voor zorgt dat hij zich zonder zorgen anoniem kan uiten over controversiële onderwerpen (Hanauer, 2011). Banksy heeft echter wel een duidelijke persoonlijke identiteit of merk en het is duidelijk wat zijn standpunten over politieke zaken zijn. De voornaamste manier waarop hij zich uit is via zijn street art; die is locatiegebonden en bereikt zo allereerst de mensen in de omgeving. Door de bekendheid die hij heeft vergaard worden deze werken snel herkend en verspreid naar een groter wereldwijd publiek via de media. Daarnaast gebruikt hij zijn website en Instagramaccount om werk te delen en zijn er in verschillende landen exposities van hem te zien. De locaties van zijn street art zijn hier de interessantste factor en kunnen gezien worden als retorisch van aard. Deze werken richten zich vanwege hun plaatsing in de openbare ruimte op een gevarieerd en breed publiek. Daarnaast is de keuze voor het medium street art een performatieve actie (Westendorf, 2010) en is op zichzelf al politiek geëngageerd. Zijn werk begeeft zich dus via verschillende contexten in het publieke domein en het gebrek aan verweving van de privé- en publieke wereld kan wellicht als de kracht van Banksy gezien worden. Men voelt zich immers vaak aangetrokken tot het onbekende.

Het derde niveau - mediated context of production and reception - gaat over het kiezen van de juiste vorm, context en platform voor de retorica van de PI. Doordat Banksy elk gebouw, elke muur, elke straat en elke stad als zijn canvas ziet, creëert hij zijn eigen platform. Daar komt bij dat het in dit geval om een platform gaat dat voor een gemengd publiek toegankelijk is en niet alleen de elite aanspreekt, zoals essays in de krant dat wel doen. Hoewel het werk locatiegebonden is, wordt het via social media snel verspreid over de hele wereld. Juist door het kiezen van de straat als platform maakt Banksy al een performatief politiek statement (Westendorf, 2011). Deze boodschap komt wellicht juist aan door de cynische toon van zijn werk en de hoge dosis humor die erin aanwezig is. Zijn werk getuigt ook van een hoge dosis clarity: de boodschap wordt doorgaans snel door het publiek begrepen (Kostelnick & Roberts, 2010) Een beeld is in één oogopslag te zien en kan op een simpele manier met weinig woorden een boodschap overdragen die het publiek aan het denken zet. Hierbij komt ook zijn zelfverkozen anonimiteit kijken, die hem in staat stelt kritisch te zijn zonder daar zelf de gevolgen van te ervaren. Banksy kiest heel strategisch zijn locaties, en zijn street art stelt hem in staat provocerende geëngageerde beelden snel te communiceren naar een gemengd en groot publiek.

Het laatste niveau - aesthetic performance and theatricality - gaat in op de presentatie van de PI. Het komische is dat Banksy zich helemaal niet presenteert en dat dit juist bijdraagt aan de mythe en hype rond hem. Hierdoor kan hij niet zomaar aanschuiven bij een talkshow om zijn mening over bepaalde onderwerpen te geven en is het publiek afhankelijk van wanneer het Banksy uit komt zich te uiten. In zijn film, Exit Through the Gift shop (2010), draagt Banksy een grote zwarte hoodie met capuchon die zijn gezicht verhult en is zijn stem vervormd. Doordat de nadruk erg ligt op het feit dat hij niet herkend wil worden is het uiterst theatraal. Banksy had er ook voor kunnen kiezen helemaal niet zichtbaar in beeld te komen in zijn documentaire en enkel met voice-over te werken. Hij kiest er echter voor te laten zien dat hij niet wil worden gezien; theatraler kan haast niet. Naar mijn mening draagt dit imago vooral bij aan zijn aantrekkingskracht en zorgt zijn oeuvre voor zijn geloofwaardigheid en overredingskracht (Heynders, 2016).

 

Conclusie

Aan de hand van de vier niveaus die Heynders (2016) heeft opgezet, kan gesteld worden dat Banksy daadwerkelijk een publieke intellectueel is, zij het niet in een conventionele vorm. Door de consistentie in zijn werk en de verspreiding ervan via de media heeft hij cultural authority opgebouwd. Zijn social and cultural context is geënt in zijn keuze voor de straat als zijn canvas. Dit zorgt ervoor dat Banksy een groot en gemengd publiek bereikt met zijn boodschap, die vervolgens via verschillende mediakanalen weer in andere contexten en sociale kringen terecht komt. Het gebrek aan informatie over de persoon achter Banksy draagt bij aan de aandacht die daardoor naar zijn werk gaat en de mythe die om hem heen hangt. Door als mediated context of production and reception street art te kiezen, is Banksy in staat anoniem controversiële en politiek geëngageerde boodschappen uit te dragen die via een visueel medium snel een breed en gemengd publiek aanspreken en door het illegale gehalte ervan op zichzelf al politiek zijn. Tenslotte zorgt het feit dat Banksy zich zichtbaar verhult voor een grote dosis aesthetic performance and theatricality. Banksy is overduidelijk een publieke intellectueel die vanuit een positie aan de zijlijn zijn politiek geëngageerde controversiële boodschappen deelt met een breed en gemengd publiek, waardoor hij discussie en debat oproept.

Deze classificering van Banksy als publieke intellectueel past bijna volkomen in de definitie van Heynders; zij stelt daarbij enkel nog dat de PI zichtbaar moet zijn om richting een breed publiek te communiceren. Het is wellicht verstandig hieraan toe te voegen dat de publieke intellectueel zelf niet per se zichtbaar hoeft te zijn, zoals Banksy, maar dat vooral de boodschap van de publieke intellectueel zichtbaar moet worden uitgedragen en het grotere publiek moet bereiken. Op deze manier is deze definitie toepasbaar op een grote schare publieke intellectuelen en past deze wellicht beter in het huidige mediatijdperk, waarin waarschijnlijk steeds meer grensgevallen en hybride vormen van publieke intellectuelen en retorica zullen opduiken.
 

Bibliografie

Banksy. (2017, 04 juni). UK Election Souvenir Special! Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van http://banksy.co.uk

Beart, P., & Shipman, A. (2013). The rise of the embedded intellectual: new forms of public engagement and critique. In P. Thijssen, W. Weyns, C. Timmerman, & S. Mels (Red.), New Public Spheres: Recontextualizing the Intellectual. (pp. 27-51). Oxford, Engeland: Routledge.

Branscome, E. (2011). The True Counterfeits of Banksy: Radical Walls of Complicity and Subversion. Radical Post-Modernism, 81(5), 114-121. doi:10.1002/ad.1301

Brass, O. (2015). Graffiti and Rhetoric. Geraadpleegd van https://wakespace.lib.wfu.edu/bitstream/handle/10339/57112/Brass_wfu_024...

Capps, K. (2014, 04 november). Why Banksy Is (Probably) a Woman. Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van https://www.citylab.com/design/2014/11/why-banksy-is-probably-a-woman/38...

Chao, M. (2012). Getting up or selling out? Contemporary street art as public communication and artistic practice. Geraadpleegd van http://summit.sfu.ca/item/15333

Cushing, H., D’Cruz, J. & Gay-Rees, J. (Producenten), Banksy (Regisseur). (2010). Exit Through the Giftshop [Film]. Engeland: Paranoid Pictures

DailyMail. (2008, 12 juli). Graffiti artist Banksy unmasked ... as a former public schoolboy from middle-class suburbia Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van http://www.dailymail.co.uk/femail/article-1034538/Graffiti-artist-Banksy...

Fairey, S. (2009). OBEY: Supply & Demand - The Art of Shepard Fairey. Berkeley, Verenigde Staten: Gingko Press.

Hanauer, D. I. (2011). The discursive construction of the separation wall at Abu Dis: Graffiti as political discourse. Journal of Language and Politics, 10(3), 301-321. doi:10.1075/Jlp.10.3.01han

Hauge, M. V., Stevenson, M. D., Rossmo, D. K., & Le Combre, S. C. (2016). Tagging Banksy: using geographic profiling to investigate a modern art mystery. Journal of Spatial Science, 61(1), 185-190. doi:10.1080/14498596.2016.1138246

Healy, C. (2010, 12 mei). Who is Banksy? The answer may surprise you, but my source is good. Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van https://chrishealey.me/2010/05/12/who-is-banksy-the-answer-may-suprise-y...

Heynders, O. (2016). Writers as Public Intellectuals. Hampshire, Engeland: Palgrave Macmillan.

Instagram. (z.j.). [Banksy]. Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van https://www.instagram.com/banksy/?hl=nl

Kostelnick, C., & Roberts, D. D. (2010). Designing Visual Language: Strategies for Professional Communicators (2e ed.). Cambridge, Engeland: Pearson.

Leith, S. (2011). You Talkin' to me? Rhetoric from Aristotle to Obama. Londen, Engeland: Profile Books Ltd.

News Corp Australia Network. (2017, 04 juni). Street artist Banksy offers free prints who vote Conservative Bristol MPs out of office. Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van http://www.news.com.au/world/street-artist-banksy-offers-free-prints-who...

NOS. (2017, 06 juni). Ook al stem je niet op May, die print van Banksy kun je vergeten. Geraadpleegd op 06 juni, 2017, van http://nos.nl/artikel/2176824-ook-al-stem-je-niet-op-may-die-print-van-b...

Westendorf, E. J. (2010). Banksy as Trickster: the Rhetoric of Street Art, Public Identity, and Celebrity Brands. Geraadpleegd van http://rave.ohiolink.edu/etdc/view?acc_num=ouhonors1275671316

Who is Banksy. (z.j.). [Banksy Critics]. Geraadpleegd op 04 juni, 2017, van http://www.whoisbanksy.com/critics.html