Etnisch profileren bij Pauw

De verkeerde mensen, de verkeerde vragen

4 minutes to read
Article
Paul Mutsaers
06/10/2016

 

'Het is terecht dat de media consequent aandacht geven aan etnisch profileren', zegt Paul Mutsaers (Tilburg University), 'Het is echter belangrijk dat bij structurele problemen ook mensen aan tafel schuiven die iets te zeggen hebben over structurele oplossingen.'

 

Rechtsvervreemding

Toen in juni 2015 de eerste mediagekte ontstond nadat er bekendheid werd gegeven aan mijn proefschrift over politiediscriminatie in Nederland, stelde het NRC Handelsblad terecht vast in haar redactioneel commentaar dat etnisch profileren de “rot” is in de rechtsstaat. Zoals Bernard Harcourt al duidelijk maakte in zijn boek uit 2007, Against Prediction, leiden profilering en andere op groepen gebaseerde risico-inschattingen binnen de strafrechtketen tot rechtsvervreemding onder geprofileerde groepen.

Rechtsvervreemding is een groeiend probleem in Nederland (Hertogh 2010; WODC 2007; Zouridis 2015) en komt tot uiting in verschillende vormen, waarbij we kunnen denken aan afgenomen aangiftebereidheid, gebrekkig vertrouwen in het strafrechtsysteem, geweld tegen ambtenaren, ondermijnende criminaliteit en protesten tegen rechterlijke dwaling en politieoptreden. Van dat laatste zijn de rellen vorig jaar in Den Haag, na het overlijden van de Arubaan Mitch Henriquez door politiegeweld, een pijnlijk voorbeeld (Zie Mutsaers 2015 en Mutsaers en Van Nuenen te verschijnen).

 

Terechte media-aandacht voor een structureel probleem

Het is daarom terecht dat de media consequent aandacht geven aan etnisch profileren wanneer het zoveelste incident zich voltrekt of wanneer het zoveelste rapport verschijnt. Begin oktober stonden de spotlights op het rapport Boeven Vangen, geschreven door Landman en Kleijer-Kool, dat werd uitgegeven door Politie & Wetenschap. Ik ga het rapport hier niet uitvoerig bespreken (zie hiervoor bijvoorbeeld Çankaya) ; het volstaat voor nu om één van de conclusies van het rapport te herhalen:

‘Burgers met een niet-Nederlands voorkomen worden (in de onderzochte werkgebieden) disproportioneel vaak door de politie staandegehouden, zonder dat daar in alle gevallen een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor bestaat’ (p. 203).   

Daarmee wordt opnieuw bevestigd dat etnisch profileren in Nederland een onweerlegbaar feit is. Terwijl voormalig korpschef Gerard Bouman het zich in 2015 nog kon permitteren om in reactie op mijn proefschrift te stellen dat het hier gaat om incidenten, niet om structuren, is etnisch profileren als een structureel probleem niet meer te ontkennen. Na het vaststellen en beschrijven van het probleem volgt idealiter een degelijke analyse—en hier lijken de problemen opnieuw te beginnen.

Ik stel voor dat Jeroen Pauw de volgende keer de korpschef bij hem aan tafel uitnodigt en hem vraagt wat zijn structurele aanpak is 

In Boeven Vangen lezen we opnieuw dat agenten in Nederland niet bewust profileren. De processen van uitsluiting vinden plaats in het onderbewustzijn. Dit terwijl onderzoek van zowel Sinan Çankaya als van mijzelf (Mutsaers 2014) aantoont dat etnisch profileren een institutioneel fenomeen is. Niet alleen vindt het te vaak plaats om te reduceren tot een probleem van de individuele agent(e) — zijn of haar vooroordelen en stereotyperingen zijn het probleem, alsof die losstaan van de maatschappelijke en institutionele context — etnisch profilering wordt binnen de Nederlandse politie organisatie geleerd, georganiseerd en geïnstitutionaliseerd. 

 

Structurele problemen vergen structurele oplossingen

Tijdens mijn veldwerk in steden als Amsterdam en Tilburg kwam ik er achter dat straatagenten opdrachten kregen van hun leidinggevenden om bepaalde etnische groepen in het vizier te houden, zelfs om ze te verdrijven uit een bepaald gebied (ik heb dit “micro-deportaties” genoemd). Tijdens mijn veldwerk in Amsterdam, 2012, stond het project PsyCops in de steigers: een samenwerking tussen de Amsterdamse politie en het leger om militaire beïnvloedingtechnieken toe te passen op etnische minderheidsgroepen in Amsterdam. De vreemdelingenpolitie wordt onder druk van een illegalenquotum verplicht om schaarse middelen te verdelen op grond van etniciteit. Vele andere voorbeelden kunnen genoemd worden om het institutionele—en bewuste—karakter van etnische profilering glashelder te maken.

Daarom stel ik voor dat Jeroen Pauw de volgende keer de korpschef bij zich aan tafel uitnodigt en hem vraagt wat zijn structurele aanpak is van het probleem dat etnische profilering heet. Te vaak hebben agenten (uit de politieoperatie) aan tafel gezeten bij praatprogramma’s, om met burgers, mensenrechtenorganisaties en andere geïnteresseerde partijen te praten over incidenten, onbewuste processen, de besluitvorming van de straatagent, de auto’s en de huidskleur van verdachten, enzovoorts. Politie en burgers hebben behoefte aan de volgende stap: structurele veranderingen. De suggesties liggen al op tafel: 

  1. stopformulieren waarmee enerzijds inzichtelijk kan worden gemaakt waar en wanneer etnische profilering plaatsvindt en anderzijds onder wiens verantwoordelijkheid. De ontbureaucratisering van de Nederlandse politie heeft op het niveau van alledaagse operaties de verantwoordingsstructuren schimmig gemaakt; 
  2. burgerraden kunnen worden ingesteld, naar buitenlands voorbeeld,  zodat burgers die zich gediscrimineerd voelen buiten de interne klachtenprocedure van de politie om kunnen gaan en bij een onafhankelijk orgaan hun klachten kunnen neerleggen; 
  3. zeer kritische reflectie op sporen van etnische profilering in beleid en management.

Ik kijk uit naar de uitzending.

 

Referenties    

Harcourt, Bernard (2007). Against Prediction. Profiling, Policing, and Punishment in an Actuarial Age. Chicago and London: The University of Chicago Press.

Hertogh, Marc (2014). The curious case of Dutch legal culture: A reassessment of survey evidence. Journal of Comparative Law 5(2): 146-168.

Mutsaers, Paul (2014). An ethnographic study of the policing  of internal borders in the Netherlands. Synergies between criminology and anthropology. British Journal of Criminology 54(5): 831-848.

Mutsaers, Paul and Van Nuenen, Tom (te verschijnen). Protesting police. In Karpiak, K. and Garriott, W. (eds.) The Anthropology of Police. London: Routledge.

Zouridis, Stavros (2015). Eerherstel voor de technocratie... Maar wel waarmaken, alstublieft. In Van Hulst, M. and Jansen, T. (eds.) Onder de Motorkap van de modernisering. Essays voor Gabriel van den Brink. Den Haag: Boom.