Kristien Hemmerechts gooit zout in de wonden van België

Een essay over 'De vrouw die de honden eten gaf'

11 minutes to read
Paper
Arienne Huisman
29/08/2016

 

In De vrouw die de honden eten gaf, fictionaliseert Kristien Hemmerechts de zaak Dutroux vanuit het standpunt van zijn vrouw. Een essay over fictie, realiteit, het recht op schrijven en sensatie. 

Kristien Hemmerechts’ roman De vrouw die de honden eten gaf (2014) heeft in België enige controverse veroorzaakt. Dat deze ophef juist in België ontstond was te verwachten. Het boek beschrijft uitvoerig het wel en wee van de vrouw van Dutroux (in het boek Odette), die bekend staat als de meest gehate vrouw van België. In het boek blikt Odette vanuit de gevangenis terug op haar leven. Beetje bij beetje laat ze de lezer zien hoe het zover heeft kunnen komen. Vooral haar ex-man, Odettes destructieve relatie met M en de de opvoeding van zowel Odette als die van M, krijgen de schuld van de daden waarvoor ze vastzit.

De titel, en alle details uit het boek - ook al worden in het boek de gruweldaden van M en Odette niet beschreven - laten de lezer beseffen dat het hier niet zomaar om een fictioneel personage gaat. Nee, Odette geeft hier een gezicht aan Michelle Martin, de (ex-) vrouw en medeplichtige van kinderverkrachter en -moordenaar Marc Dutroux. Martin zal voor altijd herinnerd worden als de vrouw die wél de honden van haar man eten gaf, maar niet de twee meisjes waarvan ze wist dat zij in de kelder van zijn huis zaten opgesloten. Steeds keren de beelden van Martin en Dutroux onbewust terug in het hoofd van de lezer, waardoor het haast onmogelijk wordt om de roman los te zien van de zaak-Dutroux. Daarnaast houdt Hemmerechts erg vast aan de biografische feiten van de zaak, waardoor de personages vrijwel niet de kans krijgen zich in een nieuwe, wellicht positievere richting te ontwikkelen. Door de sterke connectie met de werkelijke Dutroux en Martin zijn de personages in deze roman bijna niet meer fictioneel te noemen, maar haast biografisch echt.

"Martin zal voor altijd herinnerd worden als de vrouw die wel de honden van haar man eten gaf, maar niet de twee meisjes waarvan ze wist dat zij in de kelder van zijn huis zaten opgesloten"

De grote vraag, of Hemmerechts met dit boek niet veel te ver is gegaan, deed vooral in België veel stof opwaaien De vrouw die de honden eten gaf voelt aan als een ‘verdediging van een misdadiger.’ (van Ruiten, 2014) Had ze het recht om iets goed te praten wat eigenlijk niet goed te praten is? Hemmerechts heeft Martin volgens verschillende bronnen een te menselijk gezicht gegeven. Paul Marchal, de vader van een van de vermoorde meisjes, uit zich woedend: “Hemmerechts zoekt krampachting naar het goede in Martin, maar dat is er niet.” (Schmidt, 2014). Hemmerechts zelf ziet dit anders: “Voor een schrijver is dat boeiend, een stem weergeven die niet gehoord wordt, die begraven zit in een verhaal.” (Schaevers, 2014). Maar waarom moet dat dan precies een stem zijn die alom gezien wordt als die van een psychopaat? 

Wat is het dat Hemmerechts hier probeert te bereiken? Als ze inderdaad geprobeerd heeft een stem te geven aan iemand die niet gehoord wordt is ze daar niet helemaal in geslaagd, want vooral in België wil men deze stem niet horen. De misdaden van Dutroux en Martin hebben België zo geschokt dat het is uitgegroeid tot een nationaal trauma waar een groot taboe op rust. Keer op keer stapt Hemmerechts naar de media om haar beweegredenen voor het schrijven van dit boek te verantwoorden en haar visie over de zaak-Dutroux over te brengen. Verwoed probeert ze uit het dal vol kritieken te klimmen, maar tegelijkertijd graaft ze met haar tegenstrijdige opmerkingen haar eigen graf.

 

Fictionaliseren van de realiteit

Het is ten eerste van belang om ons af te vragen of een fictieschrijver iets kan toevoegen aan een zaak zoals die van Dutroux. In deze zaak zijn een hoop feiten nooit boven tafel gekomen. Vooral Martin stond bekend om haar neiging om met haar ondervragers mee te praten. Hier hebben we meteen de kern van het probleem te pakken: feit en fictie lopen in dit boek zo door elkaar dat het moeilijk is deze twee van elkaar te onderscheiden. Hemmerechts is echter van mening dat een fictieschrijver wel degelijk iets essentieels toe kan voegen, juist en zélfs door het gebruik van fictionele elementen. “Door te fictionaliseren kan je een waarheid laten zien. (…) Ik vind dat de verbeelding het mag overnemen op terreinen waar je aan de hand van de feiten nooit kan komen.” (Schaevers, 2014)

In een interview met het tijdschrift Humo beweert Hemmerechts dat ze alles heeft gelezen over de zaak-Dutroux. “Ik volg de feiten waar dat kan, al mijn bouwstenen zijn echt,” (Schaevers, 2014) aldus Hemmerechts. De grote vraag is alleen in hoeverre deze feiten kunnen worden doorgetrokken tot het ik-perspectief van Odette, die de lezer een intieme blik geeft in haar leven. Martin heeft zelf vrij weinig losgelaten over de zaak en “sprak niet altijd de waarheid. (…) Ze heeft veel onduidelijk gelaten.” (Schaevers, 2014). Daarnaast heeft Hemmerechts Martin zelf nooit gesproken. De vrouw die de honden eten gaf kan dus haast niet de werkelijke feiten van Martin’s leven volgen, omdat deze simpelweg niet bekend zijn.

Voor een schrijver is dat boeiend, een stem weergeven die niet gehoord wordt, die begraven zit in een verhaal. Maar waarom moet dat dan precies een stem zijn die alom gezien wordt als psychopaat?

Opvallend genoeg uit Hemmerechts in hetzelfde interview haar ongenoegen tegen het “in het wilde weg fictionaliseren” (Schaevers, 2014), iets wat ze voor dit boek zeker gedaan moet hebben en wat ze zelfs bevestigt in Opzij: “Er waren ook dingen die ik niet wist, en nooit zal weten. Bijvoorbeeld haar seksuele fantasieën, mijn perverse geest probeert zich die voor te stellen. Fictionaliseren op het punt waar je geen feiten meer hebt.” (de la Porte, 2014)

 

Goedpraterij?

Het is niet dat Hemmerechts de daden van Martin goed probeert te praten, zoals ze in meerdere interviews aangeeft, al wordt deze suggestie tijdens het lezen van het boek vaak wel gewekt. Het boek voelt haast als een poging om Martin in een goed daglicht te zetten. Odette stelt zich in het boek op als slachtoffer en probeert haar gedrag keer op keer goed te praten. Door een samenkomst van omstandigheden – haar verstikkende jeugd, haar onderdanige relatie met M en de angst die ze voor hem voelde – kon ze niet anders dan handelen zoals ze gedaan heeft, aldus Odette zelf. Steeds vraagt ze zich af waarom zij eigenlijk de meest gehate vrouw van België wordt genoemd. 

De in haar ogen ergste misdaad, het vermoorden van haar eigen kinderen, heeft zij nooit gepleegd. Echter, Odette is wel medeplichtig aan het misbruiken en vermoorden van andermans kinderen. Odette wist maar al te goed dat er steeds opnieuw kinderen in de kelder van haar man werden vastgehouden, maar door haar angst heeft ze nooit durven handelen. Ze is nooit naar de politie gegaan om M aan te geven. Daarnaast worden de lijken van twee van deze kinderen begraven in haar tuin, wat ze zonder veel morren toe laat. Tot overmaat van ramp faalt Odette, zelfs na opdracht van M, om de kinderen eten te geven. Iets wat we wel zeker medeplichtigheid van mishandeling kunnen noemen. Helaas lijkt Odette zich dit feit niet te realiseren.

Door het gekozen ik-perspectief weet Hemmerechts zich heel slim afstandelijk op te stellen, waardoor alle verantwoordelijkheden binnen het verhaal bij Odette komen te liggen. Hierdoor hoeft Hemmerechts zelf geen standpunten in te nemen en daarmee blijft ze veilig voor eventuele kritieken. Alle meningen en standpunten in het boek zijn afkomstig van het personage Odette en niet van Hemmerechts zelf. Doordat Odette als ik-verteller is aangewezen is haar vertelstem continu aanwezig. Hemmerechts blijft echter als sturende hand verantwoordelijk voor de constructie van het verhaal. Ze neemt in het boek geen enkel risico, haar standpunten over de zaak-Dutroux komen totaal niet naar boven. Hierdoor krijgt de lezer een heel eentonig beeld van Odette en haar beweegredenen te zien. Odette blijft namelijk erg eendimensionaal in haar gedachtegang; ze is nooit fout geweest en verdient het niet om gehaat te worden. Pas aan het einde van het boek betuigt ze spijt, maar de lezer kan deze verontschuldig dan al niet meer serieus nemen.

Door het gekozen ik-perspectief weet Hemmerechts zich heel slim afstandelijk op te stellen, waardoor alle verantwoordelijkheden binnen het verhaal bij Odette komen te liggen. 

Er is vrijwel geen tegenstem die haar tot denken aanzet of eist verantwoordelijkheid te nemen voor haar daden. Odette zelf is erg egoïstisch in haar denken en ziet geen fouten. Ook niet als mensen, zoals psychologe Anouk of zuster Viginie, haar op deze fouten wijzen. Odette vindt altijd een excuus of praat mee met de autoriteiten om een goed beeld van zichzelf te schetsen. 

Dit is ook het geval in de volgende passage uit het boek:

'Jij zat aan het stuur van de camionette toen M jacht maakte op meisjes, Odette. Jij had naar een politiebureau kunnen rijden. Jij had gas kunnen geven in plaats van te remmen. Dat zijn keuzes die jij hebt gemaakt. Of niet hebt gemaakt.’ Ja, Anouk. Zeker, Anouk. Als zij absoluut zeker weet dat ik aan het stuur van de camionette zat, dan zat ik aan het stuur van de camionette. Als zij zegt dat ik bij de politie aangifte had kunnen doen, dan had ik bij de politie aangifte kunnen doen.” (Hemmerechts, 2014, p. 118)

De toon die Odette aanslaat in deze passage voelt haast sarcastisch, omdat ze Anouk in de zin “Ja, Anouk. Zeker Anouk” direct aanspreekt, terwijl Anouk in de rest van de passage wordt beschreven in de derde persoon. Dit geeft duidelijk weerr dat Odette simpelweg aan het meepraten is met haar psychologe in plaats van haar eigen standpunt te uiten.Haar attitude voelt erg onverschillig aan: ‘als jij het zegt dan zal het wel waar zijn’. 

Later in het boek presenteert Odette zich als slachtoffer: “Eerst heeft hij mij gered, en daarna heeft hij van mij de meest gehate vrouw van België gemaakt. ‘Nee,’ zegt Anouk, ‘dat heb je zelf gedaan.'" (Hemmerechts, 2014, p. 210). Anouk doet een poging tot het geven van een tegenwoord maar helaas wordt hier door Odette niet op gereageerd. Het is voor de lezer echter onmogelijk om dit personage los te zien van de vrouw die betrokken is geweest bij een van de meest gruwelijke misdaden van België. Een vrouw die wel degelijk zeer serieuze fouten heeft gemaakt. 

Er lijkt bij Hemmerechts een obsessie om Martin beter te begrijpen. 

Uit de verschillende interviews die Hemmerechts na de publicatie van De vrouw die de honden eten gaf heeft gegeven blijkt echter dat ze niet heeft geprobeerd Martins daden goed te praten, maar wilde laten zien dat haar daden menselijk waren. “Ik dacht: hoe dan ook, zij is een mens. Dutroux is een mens, Hitler was een mens – of we dat nou prettig vinden of niet.” (Riemersma, 2014) Deze vergelijking is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk te noemen. Natuurlijk valt niet te ontkennen dat al deze personen ‘mens’ zijn, maar daarmee zijn hun verschrikkelijk daden nog niet binnen het gangbare kader ‘menselijk’ te noemen. Volgens de Van Dale is een handeling menselijk als deze humaan is; menslievend dus. De daden van Martin, Dutroux en Hitler (!) zijn allesbehalve menslievend te noemen. Het is tegenstrijdig wat Hemmerechts hier probeert te bereiken, omdat de grens tussen 'iets goed praten' en 'het menselijk maken van personen' erg dicht bij elkaar ligt. Door iemand menselijk te maken maak je die persoon humaan en zoek je tegelijkertijd naar een verklaring voor hun daden.

 

Menselijkheid als gruwel

Desalniettemin is Hemmerechts zich erg van bewust van de figuur die ze heeft neergezet in dit boek. Ze realiseert zich maar al te goed dat Odette een egoïstisch en kleinzerig personage is. "Terwijl ik dit boek schreef, wou ik soms dat ik die kinderen uit de kelder kon gaan halen. “Het was heel moeilijk om over zo veel wreedheid en egoïsme te schrijven.” (Schaevers, 2014) aldus Hemmerechts in Humo.  Meerdere malen spreekt ze openlijk over de periode waarin ze dit boek schreef. Het vergde veel van haar, was vaak boos en erg gespannen.  “Je gaat nadenken over de grens en of je die misschien over bent gegaan. Ik voelde me op bepaalde momenten medeplichtig. Ik voelde me fysiek medeplichtig.” (Koelewijn, 2014)

Daarnaast heeft ze ook geen goed woord over voor Martin zelf. In het tijdschrift Opzij noemt ze Martin onder andere verknipt: “Martin kent Matteüs 7 uit haar hoofd - behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden. Hoe verknipt kun je zijn?” (de la Porte, 2014). Desondanks lijkt er in Hemmerechts een soort obsessie ontstaan te zijn om Martin beter te begrijpen. Telkens weer haalt ze redenen aan waarom Martin zo gehandeld zou moeten hebben, zoals bijvoorbeeld in de volgende passage uit Humo:

Acht dagen nadat Martin bevalt van haar derde kind, een dochtertje, wordt Dutroux gevangengezet vanwege een diefstal. En haar reactie is dan, zo interpreteer ik het toch, dat ze dat allemaal, wegduwt, ze wil niet weten wat zich daar in die kelder in Marcinelle afspeelt. Al haar energie gaat naar dat kind, en naar de twee anderen. 'Die baby, en dan nog eens die twee kinderen in de kelder... Nee, dat kan ik er niet bij nemen!' Je ziet hoe er bij haar een ontkenningsmechanisme in werking treedt. In ontkennen zijn we allemaal goed - we ontkennen bijvoorbeeld met z'n allen dat de wereld naar de kloten gaat. Die ontkenning kan ze natuurlijk niet altijd volhouden, dus je krijgt weer een heel ingewikkeld kluwen van toegeven en ontkennen: de ene keer vindt ze het vreselijk, de andere keer zitten er volgens haar helemaal geen kinderen in de kelder. Al die dingen schieten tegelijk in alle richtingen door haar kop: wat er gebeurt, is te groot voor haar.” (Schaevers, 2014)

Veel mensen zouden zich inderdaad in kunnen leven in deze situatie, dat kan ik niet ontkennen. Al blijven al deze uiteenzettingen pure interpretaties vanuit Hemmerechts’ kant. Niemand kan met zekerheid zeggen of Martin echt om deze redenen zo gehandeld heeft. Natuurlijk kunnen we het proberen, maar we zullen waarschijnlijk nooit met een goed doorgrond antwoord kunnen komen. Redeneringen zoals deze zullen al snel voelen als een simpel excuus.

Niemand kan daar [de daden van Martin] begrip voor opbrengen. Je kunt hooguit proberen te achterhalen hoe het zover heeft kunnen komen.” (Moll, 2014) Met De vrouw die de honden eten gaf heeft Hemmerechts een verwoede poging gedaan om een ander licht te werpen op de zaak Dutroux, maar ze is hier duidelijk te kort in geschoten. De poging om een antwoord te vinden op de vraag waarom alles zo heeft kunnen lopen resulteert in een ongemakkelijk geheel dat voelt als extra zout in de nog steeds open wonden. Beter had Hemmerechts een duidelijke tegenstem voor Odette gecreëerd die haar haar fouten had doen inzien, waardoor het verhaal niet zo extreem als een excuus voor de gruweldaden van Martin had geleken. Psychologe Anouk had deze rol kunnen vervullen, als Hemmerechts maar het risico had durven nemen om haar visie in het boek op te nemen. 

 

Het recht op schrijven en sensatie

Natuurlijk had Hemmerechts al het recht om over Martin te schrijven, maar dit boek voelt haast belust op sensatie. “Aan de ene kant dacht ik: ik moet zorgen dat het niet kwetsend is wat ik schrijf. Aan de andere kant: als dat echt mijn bekommernis was, had ik dit boek niet geschreven.” (Riemersma, 2014) aldus Hemmerechts in De Volkskrant. Kortom, Hemmerechts had kunnen weten dat ze met het schrijven van een boek over dit belanden onderwerp negatief in de schijnwerpers zou komen te staan. Ze had zich daarom beter moeten wapenen tegen de kritieken en ophef die nu zijn ontstaan door haar eenzijdige belichting van Odette/Martin in haar boek.

 

Bronnen

Primaire literatuur

Hemmerecht, K. (2014). De vrouw die de honden eten gaf. Breda: De Geus

Secundaire literatuur

Koelewijn, J. (2014). Wat Michelle Martin heeft gedaan, is helaas menselijk. Verkregen op 22/10/2015.

Moll, M. (2014). Ik verdedig Michelle Martin niet. Verkregen op 22/10/2015.

Porte, de la L. (2014). Ik ging van haar walgen. Verkregen op 22/10/2015.

Riemersma, G. (2014). Kristien Hemmerechts. Verkregen op 22/10/2015.

Ruiten, van J. (2014). Ik zou dit boek zo weer schrijven. Verkregen op 9/11/2015:

Schaevers, M. (2014). Kristien Hemmerechts is Michelle Martin. Verkregen op 22/10/2015.

Schmidt, C. (2014). De stem van Michelle Martin, de vrouw van Marc Dutroux. Verkregen op 22/10/2015.