Kinderen, onderwijs en meertaligheid: de verantwoordelijkheid van minister Crevits

3 minutes to read
Column
Ico Maly
06/03/2017

Minister van Onderwijs Crevits wijst op de verantwoordelijkheid van de allochtone ouder. Dat schijnt te vallen onder het durven te ‘benoemen’ van de problemen. Alle allochtone ouders moeten nu maar eens luisteren. ‘Zij’ moeten meer betrokken zijn bij de school. ‘Zij’ moeten naar het oudercontact komen. ‘Zij’ moeten hun kinderen Nederlands leren. ‘Zij’ moeten eindelijk integreren. Dit plaatje wordt al ettelijke decennia afgespeeld. 

Dergelijke communicatie legt de verantwoordelijkheid van een falend beleid in de schoot van een bepaalde groep in onze samenleving: ‘de allochtone ouder’. De oplossing is even simpel (en oudbakken): wij moeten onze waarden en normen meer opdringen.

Wel beste minister, wat u voorstelt is al decennialang het beleid. Ik ben dan wel geen allochtone ouder, maar volgens de officiële definitie ben ik wel ouder van twee schatten van ‘allochtone kinderen’ (dat was trouwens even schrikken toen ik dat door had, maar dat terzijde). Op de dagen dat ik thuis werk breng ik mijn oudste naar school en haal ik haar ook op.

Minister Crevits schept met dergelijke uitlatingen meer problemen dan dat ze er oplost

Laat me u dus even toespreken als ervaringsdeskundige en als antropoloog. Observeren is deel van mijn beroep. En ik kan de minister geruststellen. Dagelijks zie ik 'allochtone' vaders en moeders hun kinderen afzetten. Ik zie ‘ze’ wachten en spreken over hun kinderen op school (vaak in twee of meer talen, maar met Nederlands als lingua franca). Elke dag praten 'ze' met de leerkrachten over het welbevinden en het schooltraject van hun kinderen. Ik zie 'ze' naar het oudercontact gaan. Ik hoor 'ze' op de gang spreken met de leerkracht op zoek naar bijscholing ...

Al die geëngageerde ouders worden nu door de minister publiekelijk aan de schandpaal genageld. En dat zonder enige feitelijke en wetenschappelijke basis. Minister Crevits schept hier problemen. Ze lost echter geen enkel probleem op. Meer nog, haar zogenaamde oplossing – namelijk dat ‘wij’ onze waarden, normen en taal moeten opdringen – is al decennialang een probleem. Al decennialang is eentaligheid – Het Nederlands – de norm op onze scholen.

Ik ga nooit de schok vergeten toen mijn oudste thuis kwam (ze was toen 3jaar) met de welgekende zin: ‘hier spreekt men Nederlands’. Een kind dat tweetalig wordt opgevoed, krijgt vanuit een figuur met autoriteit de boodschap dat die tweetaligheid problematisch is. Dit jaar (2 jaar later) werkt men rond taal op school. Taal betekent dan terug ... 'het Nederlands'.

Hoe denk je dat meertalige kinderen zich voelen? Hun (tweede) thuistaal wordt ‘onwettig’, ‘onbruikbaar’ en ‘waardeloos’. Wat doet dit met de autoriteit van de ouders? De antwoorden zijn al sinds jaar en dag gekend, maar men weigert ze te aanvaarden. Ik verwijt dat de leerkrachten niet, ik zie vooral zeer toegewijde leerkrachten. Momenteel is het zo dat je leerkrachten hebt die aan de slag willen met die meertaligheid in hun klas, maar de curricula voorzien dat niet. Ik verwijt het dan ook de opeenvolgende ministers van onderwijs. Zij bouwen hun beleid op nationalistische wensdromen.

De ministers van onderwijs bouwen hun beleid op nationalistische wensdromen

In een superdiverse omgeving is eentaligheid een fundamenteel probleem, een handicap. Al decennialang toont onderzoek  aan dat ééntalig onderwijs de onderwijsproblemen van migranten niet oplost en evenmin een meer eentalige samenleving schept. Meertalig onderwijs heeft bovendien manifeste pedagogische voordelen. En het zorgt er uiteindelijk voor dat het menselijke potentieel in een kenniseconomie maximaal wordt gebruikt.

Laten we werk maken van scholen die met meertaligheid om kunnen. En laten we leerkrachten doorheen hun opleiding de competenties aanleren en perspectieven bieden om aan de slag te gaan met die meertaligheid. Laten we leerkrachten ondersteunen en empoweren. Dat doe je niet door te besparen op de werkingsmiddelen in het onderwijs. Dat doe je ook niet door grotere klassen te creëren en dat doe je al helemaal niet door het GOK-beleid en studiecentra over onderwijs, diversiteit en meertaligheid af te schaffen.

Het wordt tijd dat de samenleving de minister wijst op haar verantwoordelijkheid. En dat is beleid maken dat werkt, niet het rondbazuinen van loze praatjes. De samenleving kan er maar op verbeteren.