De overheidsuitgaven van Frankrijk als percentage van het bruto binnenlands product

Frankrijk, land van melk, honing en subsidies

Blog
Anton Greefhorst
04/03/2024

De overheidsuitgaven van Frankrijk

Worden de overheidsuitgaven van Frankrijk als percentage van het bruto binnenlands product vergeleken met die van andere OECD-landen in 2021/2022, dan zien we dat Frankrijk, met een cijfer van 59%, de eerste plaats bezet. De laatste plaats, 24%, wordt ingenomen door Ierland. Het Nederlandse cijfer is 46%  en dat is praktisch gelijk aan het gemiddelde van alle OECD-landen.

Dankzij dit hoge cijfer kan de Franse overheid gul zijn met subsidies. Elk jaar weer worden de sluizen geopend en stroomt er veel geld naar zowel bedrijven als particulieren. 

Zo kreeg het Franse bedrijfsleven 157 miljard euro toegeschoven in 2019. De populatie in dat jaar telde 65.1 miljoen inwoners, per inwoner komt dat neer op ruim 2400 euro. In Nederland gaf de overheid volgens het CBS in dat jaar een bedrag van 9.6 miljard euro uit aan subsidies voor het bedrijfsleven. Dat is 553 euro per inwoner.

Burgers ontvangen ook hun manna uit de hemel. Daarbij lijkt de overheid niet bepaald karig te zijn. Enkele voorbeelden uit de sectoren onderwijs en transport maken dat overduidelijk.

Onderwijs

De crèche behoort formeel niet tot het onderwijs, maar het schurkt er wel tegen aan. Zo is in Frankrijk het crèche-systeem grotendeels door de overheid georganiseerd en ook ruim gesubsidieerd. Voor de daadwerkelijke organisatie is de CAF (Caisse d’Allocations Familiales) verantwoordelijk. Deze laat de ouders een uurtarief betalen dat afhankelijk is van hun netto-maandinkomen en het aantal kinderen. Is dat inkomen bijvoorbeeld 1600 euro en zijn er twee kinderen, dan is het uurtarief 83 cent. 

Gaan de kinderen op een gegeven moment naar school, dan zijn er ook direct of indirect subsidies. Dankzij de indirecte subsidies is de school gratis. Dat geldt voor zowel de basisschool als het vervolgonderwijs. 

Het onderwijs is gratis, maar er zijn wel bijkomende kosten. De kinderen hebben een schooltas en potloden nodig, op school wordt ‘s-middags een uitgebreide maaltijd geserveerd en er moet naar school worden gegaan (transport). 

Voor de schooltas en andere fournituren ontvangen de ouders voor elk kind in september een subsidie van 398 tot 435 euro's. De enige conditie betreft het netto-inkomen, dat mag niet meer zijn dan 43.619 euro's voor een gezin met twee kinderen.  

De maaltijd op de basisschool wordt meestal door de gemeente betaald. Bij het vervolgonderwijs moeten de ouders wel betalen. Gemiddeld betalen zij een bedrag van rond de 3,30 euro's per maaltijd. Als dat financieel niet haalbaar is, kan een beroep worden gedaan op het sociale fonds van de school. Daarnaast bestaat op het platteland de “kantine voor 1€”.

Voor het transport naar school en weer naar huis zijn er systemen opgezet door de gemeenten, de departementen en de regio's. Bij veel van deze systemen zijn er de nodige kosten voor de ouders, maar er zijn ook systemen waarbij het transport volledig gratis is.

Blijven er na al deze subsidies nog kosten over voor ouders met een beperkt inkomen, dan kan door hen een beroep worden gedaan op de schoolbeurs. Dat betaalt elk kwartaal een bedrag uit tussen de 37 en 162 euro's afhankelijk van de grootte van het gezin en het jaarlijkse inkomen.

Wordt na het vervolgonderwijs verder gestudeerd, dan houdt de subsidiestroom niet op. In grote lijnen is het hoger onderwijs gratis. Wel moeten inschrijfkosten worden betaald. De exacte hoogte is afhankelijk van de gekozen studie, maar bedraagt nooit meer dan een paar honderd euro's. Die inschrijfkosten worden kwijtgescholden voor de 655000 studenten die een beurs krijgen. Die beurs zelf bedraagt tussen de 1454 en 6335 euro's per jaar en is grotendeels afhankelijk van het bruto-inkomen van de ouders. Een beurs is mogelijk tot een jaarlijks bruto-inkomen van 101.347 euro's.

Bursalen hebben nog een ander voordeel, ze hebben recht op een studentenkamer voor de modique som van 100 euro's per maand of een studio van 18 m² die wat meer kost.

Studenten hebben recht op een maaltijd (voorgerecht, hoofdgerecht en dessert) in de universitaire restaurants voor 1 euro of 3.30 euro (afhankelijk van hun financiële situatie). 

Verder hebben alle studenten recht op een forse korting op het openbaar vervoer. Zelfs zijn er steden, waaronder Valenciennes, waar het openbaar vervoer voor studenten gratis is.

Deze basisregelingen worden gecompleteerd met de nodige specifieke regelingen. Zo is er de Noodhulp van maximaal 6335 euro's per jaar en een subsidie van 900 tot 1800 euro per jaar voor hen die met vlag en wimpel zijn geslaagd voor hun eindexamen van de middelbare school.

Transport

Groot-Parijs telt ruim 10 miljoen inwoners en voor die 10 miljoen inwoners wordt jaarlijks 10,5 miljard euro's uitgetrokken voor het openbaar vervoer. Dat komt neer op 1050 euro's per persoon per jaar aan indirecte subsidies. Dit voorbeeld illustreert dat de subsidiestromen ook sterk het openbaar vervoer raken. Echter, de stroom individuele transportsubsidies zijn nog interessanter.

De aankoop van een elektrische auto geeft in principe recht op een subsidie. Februari 2024 was de hoogte van die subsidie 7000 euro's voor particulieren met een bescheiden inkomen en 4000 euro's als wat meer wordt verdiend. Er zijn enige restricties, het aankoopbedrag moet minder dan 47.000 euro's zijn en de subsidie is niet geldig voor alle elektrische auto’s; Chinese auto’s zijn in grote lijnen uitgesloten.

Wordt een oude auto ingeleverd, dan is er nog een extra subsidie van 5000 euro's mogelijk voor kopers met een bescheiden inkomen. Woont de koper in een zogenaamde ZFE-regio dan kan die 5000 euro’s worden verhoogd met 1000 tot 2000 euro’s. In het gunstigste geval kan dus een totaal aan subsidies van 14.000 euro’s worden opgestreken.

Degene die niet wil kopen maar huren, kan beroep doen op de “leasing social”. De leasing van een elektrische auto wordt dan mogelijk voor een gering maandbedrag. Voor een Hyundai Kona is het maandtarief 95 euro’s en een Jeep Avenger kost 149 euro’s per maand. Maar het kan goedkoper, een Renault Twingo doet het voor 40 euro’s per maand.

Voor de “leasing social” gelden wel de nodige condities. Zo moet de woon-werkafstand meer dan 15 km zijn en het inkomen mag niet een bepaalde grens passeren. De grens voor een gezin van twee ouders en twee kinderen is 46.200 euro’s per jaar.

Prefereert men de fiets boven een auto, dan zijn er ook subsidies mogelijk. De subsidie voor een “gewone” fiets is 150 euro’s, voor een elektrische variant is dat 400 euro’s en voor een speciale uitvoering van een elektrische fiets, bijvoorbeeld een vouwfiets, kan het bedrag oplopen tot 2000 euro’s. De subsidies gelden voor zowel een nieuwe als een tweedehandse fiets. Naast deze nationale fietssubsidies zijn er ook de nodige regionale en lokale subsidies. Zo kan een inwoner van Parijs rekenen op een extra subsidie van 400 euro’s voor zijn e-bike van de regio en ook nog eens 400 euro’s van de stad zelf. In Grenoble is dat iets lager: 750 euro’s.

Verslaafd

In augustus 2023 werd de eerder genoemde subsidie voor de aankoop van schriften en potloden verhoogd van 398 naar 435 euro’s per kind per jaar. Het commentaar van de verschillende federaties van ouders met schoolgaande kinderen loog er niet om. Men vond de verhoging volstrekt onvoldoende. 

Dat vonden ook de ouders in de gemeente Bouyon, daar werd in augustus 2023 het tarief van de schoolkantine verhoogd met 0,90 euro’s. BFM TV wijdde er de nodige aandacht aan en liet ook de burgemeester aan het woord. Die verklaarde dat de laatste verhoging wel uit 2008 stamde. 

Het lijkt erop dat de Franse overheid een ziekelijke neiging heeft om subsidies uit te delen aan een bevolking die verslaafd is aan die subsidies, kortom the French disease.

The French disease

Is er echt sprake van ziekte en verslaving? Laten we die vraag beantwoorden aan de hand van de “leasing social”, de subsidieregeling waarbij Jan Modaal voor 40 euro’s per maand een elektrische auto krijgt. 

Frankrijk kent een ongezonde staatsschuld die zowel in absolute als relatieve cijfers maar blijft toenemen. Zo komt het tekort voor 2023 waarschijnlijk uit op 5% (van het bruto binnenlands product) en de staatsschuld nadert nu de 112%.

Met dit macro-economische plaatje als achtergrond is het onverantwoordelijk dat de overheid januari 2024 de “leasing social” introduceerde. Een maand later waren al 50000 aanmeldingen geaccepteerd en werd de regeling voor de rest van 2024 maar stopgezet. De geschatte kosten zijn 13000 euro's per auto en dat geeft een totaal van 650 miljoen euro’s. Dat betekent 650 miljoen euro’s meer tekort.

Daarnaast lijkt het effect van de regeling onverantwoordelijk. Iemand die op zijn fiets, met zijn buurman of met het openbaar vervoer naar zijn werk gaat, wordt nu gestimuleerd om voor de auto te kiezen, de kosten zijn immers belachelijk laag geworden. De regeling stimuleert dus onnodige consumptie.

Ook is de regeling niet echt rechtvaardig. Na twee maanden werd de regeling immers al stopgezet. Dat betekent dat een heleboel mensen niet meer kunnen profiteren van die regeling.

Kortom, het antwoord is ja, er is echt sprake van ziekte en verslaving.