Oog in oog met Leon De Winter

Literaire celebrity en mediageniek auteur

8 minutes to read
Article
Roeline Machiels
06/06/2016

 

Is Leon de Winter een mediageniek auteur, een literair celebrity of beide? Dit artikel behandelt hoe De Winter zich in de media profileert aan de hand van een analyse van zijn optreden in Kockelmanns Oog in Oog.

 

Introductie

Leon de Winter is een Nederlandse beststellerauteur, die in 1976 zijn literaire debuut maakte met de verhalenbundel ‘Over de leegte in de wereld’. Na zijn studie aan de filmacademie, die hij zonder diploma verliet, maakte hij met de verfilming van zijn roman De hemel van Hollywood (1997), nogmaals de stap richting de filmindustrie. In de tijd van de verfilming startte hij tevens het filmbedrijf Pleswin Entertainment Group samen met Eric Pleskow in Hollywood. Na een gestopte financiering, werd het bedrijf opgedoekt en keerde de schrijver terug naar Nederland. Hier ontwikkelde hij zich als publicist en talkshowgast. Sindsdien schrijft hij ook regelmatig opinieartikelen in de dagbladen De Telegraaf en Die Welt en in de tijdschriften Elsevier en Der Spiegel. In 2005 ontving De Winter de Buber-Rosenzweig-Medaille voor zijn strijd tegen antisemitisme en racisme. (De Bezige Bij, 2016)

 

Oog in Oog

Op 31 maart 2013 schoof Leon de Winter aan bij het programma ‘Oog in oog’ van de KRO. (Oog In Oog, 2016) In het programma ontvangt Sven Kockelmann wekelijks een prominente gast uit binnen- of buitenland. De gasten zijn afkomstig uit de politiek, advocatuur, zakenleven of de mediawereld en worden scherp ondervraagd tijdens een live interviewgesprek. (KRO-NCRV, 2016) Het televisiefragment met De Winter illustreert  de verschillende dimensies van een auteur in de moderne media-cultuur duidelijk.

Allereerst laat het fragment De Winter zien als mediagenieke auteur, zoals gedefinieerd in de theorie van Joe Moran (2006, pp. 324-329). Deze term houdt in dat het auteurschap niet alleen meer gaat om het schrijven van boeken, maar ook om boeklanceringen, signeersessies en interviews. Boeken worden tegenwoordig verkocht via de massamedia en daarvoor is veel publiciteit nodig. Het is een vorm van het vermarkten van een boek, waarbij de auteur wordt ingezet als verkoper. Uitgevers hebben gemerkt dat de vormen van publiciteit gericht op de auteur, tv-optredens, krantenartikelen en radio-interviews, effectiever zijn dan betaalde advertenties.

Dat De Winter als schrijver een interview geeft over zijn persoonlijke leven, maakt hem al tot een mediagenieke auteur. Het publiciteitsaspect hiervan komt ook sterk naar voren doordat het televisiefragment begint met het aanhalen van De Winters destijds meest recente boek VSV uit 2012, dat als bruggetje dient naar een onderwerp dat betrekking heeft op zijn persoonlijke uitspraken. Vervolgens komt het boek, een kwartier in het interview, ook nog inhoudelijk aan bod (Oog In Oog, 2016). Het interview functioneert dus zeker als een marketingtool om zijn nieuwe boek aan te prijzen.

De Winter is niet alleen een mediagenieke auteur, hij kan ook een literaire celebrity worden genoemd. Volgens Turner (2004) is een persoon een celebrity wanneer deze breed wordt uitgemeten in de media en het privéleven van die persoon interessanter is geworden dan zijn of haar professionele leven. In het interview bij het programma ‘Oog In Oog’ komt het persoonlijk leven van de schrijver, alsmede zijn opinies, veelvuldig aan bod. Aan zijn oeuvre worden beduidend minder woorden gewijd.  Daarnaast onderwerpt de schrijver zich aan dezelfde systematische structuren als alle andere celebrities: concurreren om plaats in kranten, televisieshows etcetera (Moran, 2006)

Er zit echter een klein verschil tussen een literaire celebrity en een ander soort celebrity. De teksten van een literaire celebrity zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor het produceren van de celebrity. De literaire celebrity is gedeeltelijk ontstaan vanuit het eigen oeuvre, omdat dit kruist met andere vormen van publiciteit (Moran, 2006). Zo komt er bij De Winter een bepaalde thematiek met regelmaat terug: de schrijver heeft enkele boeken geschreven met als onderwerp het Jodendom, en hij strijdt zowel publiekelijk als privé tegen antisemitisme en antizionisme. Hij is één van de leidende auteurs die het toekomstige boek van Abou Jah Jah bij de Bezige Bij wil boycotten vanwege zijn kritiek op Israël. Als Jood zijnde wekt De Winter hiermee interesse in zijn ‘persoon’ naast zijn werk. In het televisiefragment wordt dit persoonlijke aspect van de schrijver meerdere malen aangehaald, mede doordat hij het zelf tot zo’n groot onderdeel van zijn celebrity-zijn heeft gemaakt.  

De Winter is niet alleen een mediagenieke auteur, hij kan ook een literaire celebrity worden genoemd.

Binnen het fenomeen ‘celebrity’ neemt de literaire celebrity een bijzondere positie in. Volgens Franssen (2010) zijn er enkele aspecten van het auteurschap en het celebrity-zijn die elkaar tegenspreken. Allereerst is het literaire auteurschap verbonden aan de ‘anti-economische logica’. Deze houding behoort tot het conventionele discours op literair auteurschap en houdt in dat men gelooft dat auteurs zichzelf moeten distantiëren van commercieel succes en een breed publiek. Maar een celebity status onstaat juist door een commercieel aspect. Volgens de conventionele houding zou De Winter dit televisieoptreden als auteur niet moeten doen, en dit al helemaal niet moeten gebruiken voor marketingdoeleinden.

Het tweede aspect stelt dat een auteur erg ‘onzelfzuchtig’ moet zijn. Zij behoren hun persoonlijkheid uit te wissen voor het literaire werk. Een literair stuk is een werk op zichzelf volgens de traditionele gedachtegang, waarbij de persoonlijkheid van de auteur tijdens het interpreteren buiten beschouwing moet worden gelaten. Dit terwijl de persoonlijkheid van een celebrity juist cruciaal is voor het begrijpen van de werking van bekendheid. (Franssen, 2010) In het fragment van ‘Oog in oog’ wordt het boek VSV uit 2012 besproken, en interpreteert Kockelmann het personage ‘Leon de Winter’ uit het boek als de daadwerkelijke auteur. Hij behandelt De Winter hier als celebrity, een persoon die niet los staat van zijn werk en wiens persoonlijkheid nodig is om het werk te begrijpen. Op dit punt heeft De Winter zelf een traditionele houding.

“Nu verwart u dat personage, dat in het boek heel toevallig Leon de Winter heet, met mij. (…) (Het personage is gescheiden van Jessica Durlacher in het boek, red.) Dat is niet echt waar. Dus dan had u al kunnen denken ‘kennelijk speelt hij een spelletje met de werkelijkheid’ (…) Ik voel mij op die manier, zoals in het boek, helemaal niet beschreven zoals ik in werkelijkheid ben” (Oog In Oog, 2016)

De Winter ziet zijn werk wel degelijk los van zijn persoonlijkheid. Zo sterk zelfs dat hij in een boek een personage, die tevens auteur is, dezelfde naam kan laten dragen en toch kan stellen dat dit personage absoluut los staat van hemzelf, terwijl men het bovendien niet moet interpreteren als de ‘werkelijkheid’. 

Het derde aspect stelt dat een auteur moet streven naar innovatie, terwijl een celebrity geassocieerd wordt met herhaling. Hierbij wordt innovatie gezien als een bijdrage aan het culturele kapitaal, terwijl herhaling wordt gezien als een vergroting van de commerciële waarde. Wat immers eerder werkte, zal vast weer werken (Franssen, 2010). Op basis van het fragment kan er niet worden gesteld dat de schrijver innovatief te werk gaat. Maar wel komt duidelijk naar voren dat De Winter een thematiek heeft die vaak terugkomt, zowel in zijn boeken als in andere tekstuele werken, en ook in overige publieke uitingen. Zoals al eerder genoemd gaat een deel van zijn oeuvre over de onderwerpen Jodendom en antisemitisme. Wat betreft deze onderwerpen heeft De Winter een duidelijk standpunt ingenomen dat hij keer op keer herhaalt.

 

Sven Kockelmann en Leon de Winter in Oog in Oog

 

Good Guy & Bad Guy

Een ander fenomeen dat zich voordoet binnen dit fragment, is de ‘dramatization’ van televisie. Uit angst om saai te zijn, proberen talkshowpresentatoren een conflict te creëren. Ze doen dit door bijvoorbeeld de geinterviewde te confronteren met roddels over henzelf (Bourdieu, 1998). Dit principe zorgt voor sensatie. Binnen het interview met Kockelmann en  De Winter kan gesteld worden dat er sprake is van het model van ‘The language game’: een model dat berust op een conflict tussen een ‘good guy’ en ‘bad guy’, waarbij de ‘bad guy’ zich moet verantwoorden. In interviews berust dit conflict vaak op roddels en speculaties, maar ook op daadwerkelijke acties van de geinterviewde. Echter, niet alles is geoorloofd: voorafgaand aan een interview wordt vaak vastgesteld wat er wordt besproken. Het model kan dus ook worden ingezet vanuit de geinterviewde om roddels de kop in te drukken. Voor een interview gebaseerd op dit model heeft een programma een zogenaamde 'good guest' nodig. Dit zijn fijne praters die geen problemen zullen veroorzaken op het moment van spanning (Bourdieu, 1998).

Binnen het interview met Kockelmann en  De Winter kan gesteld worden dat er sprake is van het model van ‘The language game’.

De rolverdeling van 'good guy' en 'bad guy' wordt in de intro al duidelijk gemaakt. De vraagt luidt hier: ‘Hoe oprecht is Leon de Winter echt?’ Er wordt dus al geïmpliceerd dat De Winter ook wel eens niet oprecht zou kunnen zijn. Oprechtheid en authenticiteit staan hoog in het vaandel in de media-cultuur en ook binnen de sociale context. Vervolgens wordt De Winter gedurende het interview geconfronteerd met eerder gedane uitspraken, zoals ‘Badr Hari zou een parel voor de samenleving kunnen zijn’. Kockelmann confronteert hem door te vragen waarom De Winter het voor die man op zou nemen, aangezien Badr Hari wordt verdacht voor poging tot doodslag. Hier hangt de presentator een sterk waardeoordeel aan, waarmee hij laat blijken dat de uitspraak van De Winter dubieus is. De schrijver krijgt hierbij de kans om zijn eerdere uitspraak te nuanceren en uit te leggen.

Hetzelfde gebeurt wanneer ze spreken over een actie van De Winter, namelijk het aanvragen van het schrappen van een passage in een interview. Echter ging het niet om een interview van de schrijver zelf, maar om een interview van een vriend van hem. Dit passeert in het interview niet slechts als een onverschillige vraag, maar eerder als een confrontatie. Dit blijkt uit de intonatie en de strenge woorden van Kockelmann: ‘Waar bemoeit u zich mee?’. De presentator hangt een negatieve waarde aan de actie door zijn woordgebruik. Hiermee wordt nogmaals duidelijk dat de ‘bad guy’ in dit interview De Winter is en dat Kockelmann de ‘good guy’ is die hem op het matje roept.

 

Conclusie

Uit deze casus blijkt dat Leon de Winter een geslepen en mediagenieke auteur is. Hij weet de media in te zetten voor het vermarkten van zijn werk, maar ook voor de profilering van zichzelf en voor het beheren van zijn imago. Hij past hiermee dan wel niet in het complete traditionele gedachtengoed over auteurschap, maar De Winter kan zich in ieder geval goed redden in de huidige media cultuur. En dat is voor auteurs dezer dagen erg waardevol.

 

Bibliografie

Bourdieu, P. (1998). On television. New York: Norton and Company.

De Bezige Bij. (2016, n.v.t. n.v.t.). Leon de Winter site - Over Leon de Winter.

Franssen, G. (2010). Literary celebrity and the discourse on authorship in Dutch literature. n.p.: Journal of Dutch literature.

Galow, T. (2010). Literary modernism in the age of celebrity. N.p.: The Johns Hopkins University Press.

KRO-NCRV. (2016, n.v.t. n.v.t.). Oog in Oog - Over het programma.

Moran, J. (2006). The celebrity culture reader: the reign of Hype, the contemporary star system. London, New york: Routledge.

Oog In Oog. (2016, 04 28). Oog in oog met Leon de Winter .